Les 49 (27-05)

Cours du 28 mai
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Cours du 28 mai

Slide 1 - Slide

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Herhalen:
      - de vorm van het bijvoeglijk 
         naamwoord.
  • Paragraaf G
  • Au travail: Menukaart
  • Devoirs


Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na de les...

...kun je iemand omschrijven.



Slide 3 - Slide

Huiswerkcontrole + nakijken
Ouvre ton livre à la page 36. 

-ex. 30a, b, d, e- ex. 31b, c- ex. 32b, c

Slide 4 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
  • Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord en geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan.

  • La famille est grande.
  • La femme est gentille.



Slide 5 - Slide

Wat is anders aan het bijvoeglijk naamwoord in het Frans, dan in het Nederlands?

  • In het Frans past het bijv. nw zich aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. 

Hoe zien deze vormen er dan uit? Vul de tabel verder in.



Slide 6 - Slide

Uitzonderingen
Welke uitzonderingen zijn er zoal?

  • Bijvoeglijke naamwoorden die in de basisvorm al eindigen op een -e of een -s (gris, timide). Qua regel.
  • beau, nouveau en vieux. Qua vorm.



Slide 7 - Slide

Phrases Clés G
Open je boek op p. 34 en lees mee. 

We gaan nu een aantal voorbereidende oefeningen doen, zodat jullie straks goed bezig kunnen met het beschrijven van een persoon in de tâche. 

- ex. 27a jeu: lève-toi
- ex. 29, jeu: qui-est-ce?


timer
20:00

Slide 8 - Slide

Un petit jeu
Lève-toi
Comment jouer?
  • Moi, je dis: Si tu as les cheveux blonds, lève-toi. 
  • Tu te lèves.
  • Après je dis: Assieds-toi et écoute la phrase suivante. 
  • Si tu as .....,lève-toi.
  • etc.


Slide 9 - Slide

présente une personne


Lève-toi si tu as les cheveux marron.

Slide 10 - Slide

Décrire une personne


Lève-toi si tu as les yeux verts.

Slide 11 - Slide

Décrire une personne


Lève-toi si tu mesures plus de 1m65.

Slide 12 - Slide

Décrire une personne


Lève-toi si tu portes les lunettes.

Slide 13 - Slide

Décrire une personne


Lève-toi si tu es sympa.

Slide 14 - Slide

Phrases Clés G
Kijk nu eens mee naar het blauwe blokje op p.34. Hierna gaan wij personen beschrijven. 

Oefen het dialoogje 2x. Hierin wissel je dus 1x van rol. 


timer
3:00

Slide 15 - Slide

Au travail!
Kies een persoon van de slide.
De ene gaat raden en stelt vragen die alleen te beantwoorden zijn met oui of non. 
De ander antwoord in hele zinnen terug.
- vb: C'est un garçon ou une fille?
         Ce n'est pas un garçon. / C'est une fille.
- vb: Il/Elle a un chien?
         Non, il/elle n'a pas un chien / Oui, il/elle a un chien.
Ga door totdat je de juiste persoon hebt geraden. 
timer
20:00

Slide 16 - Slide

Menukaartje maken
Ga nu aan de slag met je menukaart. 

Maak een zo'n mooi mogelijke kaart. Je bedenkt zelf de vorm, de gerechten, de layout, etc. Maak er iets moois van en maak er een verzorgd geheel van. 

Slide 17 - Slide

Les devoirs
Leer alle Phrases Clés van p.163 en p.164

Woensdag 4 juni taaldorp.





Slide 18 - Slide