4 havo H1.5 IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta

IJsselmeergebied en de zuidwestelijke delta
Domein Leefomgeving
Hoofdstuk 4
4 HAVO
1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

IJsselmeergebied en de zuidwestelijke delta
Domein Leefomgeving
Hoofdstuk 4
4 HAVO

Slide 1 - Slide

Vandaag 
Hoe ging de oefentoets? Feedback in LessonUp (inloggen via je schoolaccount)
Huiswerk bespreken paragraaf 5
Uitleg paragraaf 6
Opdrachten 

Slide 2 - Slide

Oefentoets 
Check je resultaten en feedback bij je antwoorden in LessonUp, log in via je schoolaccount. 

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken par. 1.4
Opdrachten 1, 3, 4, 5 en 6

Slide 4 - Slide

Lesdoel H1.6
  • Als je deze paragraaf goed hebt bestudeerd, kun je: 
  • uitleggen hoe afsluitbare waterkeringen en bergingsgebieden er bij hoog water voor kunnen zorgen dat overstromingsrisico’s beperkt worden;
  • verklaren dat de grootste overstromingsrisico’s ontstaan bij een combinatie van springtij, noordwesterstorm en piekafvoeren van de rivieren;
  • beredeneren waarom bij (noord)westerstorm het overstromingsrisico in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta toeneemt;
  • verklaren dat door de zeespiegelstijging het spuien op zee steeds moeilijker wordt.


Slide 5 - Slide

Zoek de verschillen

Slide 6 - Slide

Zuiderzee
Inpolder plan Cornelis Lely:
Meer landbouwgrond i.v.m. voedsel te korten (WO1) en veiligheid

Slide 7 - Slide

Welke polder is uiteindelijk NIET gerealiseerd? 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wat zijn de verschillen? 
Welke kant is waar en hoe kun je dat zien? 

Slide 10 - Slide

Zoetwater
- Belangrijk als zoetwatervoorraad.
- Grootste zoetwateropslag in Nederland.
- Met klimaatverandering gaat het IJsselmeer dus steeds een belangrijkere rol spelen.

Slide 11 - Slide

Het IJsselmeergebied nu

Slide 12 - Slide

Zuidwestelijke delta
De Zuidwestelijke Delta bestaat uit:
Zeeland
Zuid-Hollandse eilanden
het westelijk deel van Noord-Brabant
 in dit gebied door.



Slide 13 - Slide

Vroeger was dit gebied een trechter-vormige riviermonding: 
een estuarium. 
Nu zijn het door de geplaatste dammen zoete en brakke meren.

Slide 14 - Slide

In 1953 braken als gevolg van een extreem hoge waterstand de dijken
Als gevolg van deze waters-noodramp werd het Deltaplan uitgevoerd, waarbij bijna alle zeearmen werden afgesloten met
waterkeringen.

Slide 15 - Slide

Alleen de Westerschelde is niet afgesloten van de zee, waarom niet?

Omdat daar het scheep-vaartverkeer van de haven van Antwerpen doorheen moet.

Slide 16 - Slide

Stuw bij Driel
Sluizen afsluitdijk
Haringvliet sluizen

Slide 17 - Drag question

IJsselmeergebied en Zuidwestelijke Delta
Blijft kwetsbaar gebied door klimaatverandering en bodemdaling. 


Grootste gevaar bij combinatie springtij, noordwesterstorm en piekafvoer
Springtij is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. Niet alleen het hoogwater is dan hoger dan gemiddeld, het laagwater is dan ook lager dan gemiddeld.
Springtij treedt eens in de ongeveer 15 dagen op en volgt gemiddeld ruim twee etmalen op het moment dat de getijkrachten van de maan en die van de zon dezelfde richting hebben en elkaar maximaal versterken. Dat laatste is het geval wanneer zon, maan en aarde in een rechte lijn staan, dus tijdens nieuwe maan en volle maan. 
Een noordwesterstorm is extra gevaarlijk in Vlaanderen, Nederland en Noord-Duitsland omdat daardoor het water in de Noordzee wordt opgestuwd.

Slide 18 - Slide

Klimaatverandering 
... zorgt voor een absolute zeespiegelstijging, waardoor rivieren hun water minder goed kunnen lozen op zee. 

Slide 19 - Slide

Dit wordt versterkt door de effecten van het getij en het weer:
bij springtij staat het zeewater extra hoog;

Slide 20 - Slide

Zuidwestelijke Delta

Slide 21 - Slide

Lesdoel
  • Als je deze paragraaf goed hebt bestudeerd, kun je: 
  • uitleggen hoe afsluitbare waterkeringen en bergingsgebieden er bij hoog water voor kunnen zorgen dat overstromingsrisico’s beperkt worden;
  • verklaren dat de grootste overstromingsrisico’s ontstaan bij een combinatie van springtij, noordwesterstorm en piekafvoeren van de rivieren;
  • beredeneren waarom bij (noord)westerstorm het overstromingsrisico in het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta toeneemt;
  • verklaren dat door de zeespiegelstijging het spuien op zee steeds moeilijker wordt.


Slide 22 - Slide