19e eeuw: weinig gelijkheid in Europa. Welvarende burgers vs. achtergestelde burgers.
Orthodox-gelovigen hadden een klein inkomen, samen met fabrieksarbeiders. Ook vrouwen werden achtergesteld.
Emancipatiebewegingen ontstonden:
Protestanten en katholieken vormen de confessionelen een politieke partij. Ook socialisten vormen een politieke partij. Daarna ontstaat het feminisme.
Rijke burgers hingen veelal het liberalisme aan.
Met geleidelijke kiesrecht uitbreiding konden meer mensen invloed uitoefenen op de politiek. In 1917 werd algemeen mannen kiesrecht ingevoerd. In 1919 vrouwenkiesrecht.