Het tegenwoordig deelwoord
Een tegenwoordig deelwoord geeft niet aan wat je doet, maar meer de manier waarop je iets doet.
Je schrijft het als het hele werkwoord met een 'd' erachter.
voorbeelden:
- Huilend verliet zij de klas.
- Lachend kwam ze weer binnen.
- Rennend ging hij naar de wc.