Quiz hoofdstuk 5-6-7-8

Quiz hoofdstuk 5-6-7-8
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Quiz hoofdstuk 5-6-7-8

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

cariës is....
A
een gaatje in het tandglazuur
B
het ontbreken van verstandskiezen
C
een scheefstaand gebit
D
tandsteen

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet een ergotherapeut?
A
Helpt bij het bewegen
B
Helpt bij psychische problemen
C
Helpt bij het leren praten
D
Geeft praktische oplossingen bij problemen door bijvoorbeeld een ziekte

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions



Wat wordt ermee bedoeld als een slachtoffer buiten bewustzijn is?
A
Het slachtoffer is onrustig en zwaait met zijn handen op en neer.
B
Het slachtoffer reageert niet, maar heeft wel nog besef van zijn omgeving.
C
Het slachtoffer reageert niet, maar is in een diepe slaap.
D
Het slachtoffer reageert op geen enkele prikkel vanuit zijn omgeving.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Om de zelfredzaamheid te stimuleren kun je advies vragen aan de....
A
Logopediste
B
Ergotherapeut
C
Fysiotherapeut
D
Diëtiste

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een shock?
A
Er gaat elektrische stroom door het lichaam van het slachtoffer
B
Er is sprake van een te lage bloeddruk waardoor er onvoldoende bloed en zuurstof is.
C
Het slachtoffer is bewusteloos door te weinig zuurstof
D
Er is sprake van een te hoge bloeddruk waardoor het hart het niet meer aankan

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is empathie
A
Contact hebben
B
inleven in de gevoelens van een ander
C
Actief luisteren

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is osteoporose?
A
Parkinson
B
Botontkalking
C
Bloedarmoede
D
Hartfalen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke symptomen horen bij artrose?
A
Ontsteking van de gewrichten en pijn bij het bewegen
B
Ontsteking van de gewrichten en trillende ledematen
C
Zwelling van de gewrichten en schuifelend lopen
D
Zwelling van de gewrichten en trillende ledematen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

De behandeling van artrose kan bestaan uit:
A
Veel bewegen
B
Afvallen
C
Reumakuur
D
Gewricht wordt vervangen door een nieuw gewricht

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Een zorgvrager kan staan maar niet lopen, je wilt hem uit bed helpen, welk hulpmiddel is geschikt?
A
Glijzeil
B
Passieve tillift
C
Actieve tillift
D
Papegaai

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Op welke afbeelding zie je 
een actieve tillift?
A
B

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Op het plaatje zie je een
A
actieve tillift
B
passieve tillift

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer pas je de Heimlich manoeuvre toe?
A
wanneer iemand bewusteloos is
B
wanneer iemand zijn enkel verstuikt
C
wanneer iemand zich verslikt
D
Wanneer je iemand moet verplaatsten

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde van de 4 stappen van EHBO
A
Beoordeling, Bel 112, Veiligheid, Eerste hulp verlenen
B
Veiligheid, Beoordeling, Bel 112, Eerste hulp verlenen
C
Bel 112, Veiligheid, Beoordeling, Eerste hulp verlenen
D
Veiligheid, Beoordeling, Eerste hulp verlenen, Bel 112

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Je loopt over straat en ziet een oudere meneer op de grond liggen, in de volle zon. Hij heeft duidelijk pijn. Je kijkt om je heen en ziet dat de situatie ter plekke veilig is.

Wat is de volgende stap die je neemt?
A
Je laat iemand 112 bellen
B
Je verplaatst meneer naar de schaduw
C
Je vraagt meneer wat er gebeurt is
D
Je belt zelf 112

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je doen bij een spontane bloesneus?
A
Je neus snuiten tot er geen bloed meer uitkomt
B
Je neus dichtknijpen
C
Je neus één keer snuiten en daarna dichtknijpen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Bij welke lichaamstemperatuur spreken we van oververhitting?
A
Boven de 37,8 graden
B
Boven de 38.5graden
C
Boven de 39 graden
D
Boven de 40,5 graden

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wie krijg je aan de telefoon als je 112 belt?
A
een politieagent
B
de centralist
C
een arts
D
een verpleegkundige

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

wat moet je zeggen als je 112 belt
A
wie en waar jij bent, wat er is gebeurd,
B
wat er is gebeurd, waar je bent, en welke instantie je nodig hebt
C
wie jij bent en welke instantie je nodig hebt
D
waar je bent wie het slchtoffer is en welke instantie je nodig hebt

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noem je het operatief wegnemen van een ledemaat?
A
Narcose
B
Spasme
C
Amputeren
D
Contractuur

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

een fysiotherapeut komt bij een client thuis voor looptraining
A
1e lijnszorg
B
2e lijnszorg

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat valt er onder de Eerstelijnszorg?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Huisarts
B
kaakchirurg
C
Fysiotherapeut
D
Psycholoog

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een mantelzorger?
A
Zorg gegeven door familie of vrienden zonder dat ze ervoor betaald krijgen.
B
Zorg gegeven door huisartsen en fysiotherapeuten
C
Zorg gegeven door het ziekenhuis
D
Zorg gegeven door mensen die ervoor geleerd hebben

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welke ziekte wordt gekenmerkt door schade aan het zenuwstelsel?
A
Spasticiteit
B
MS
C
COPD
D
Reuma

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Een fysiotherapeut die bij de mensen thuis komt voor de oefeningen.
A
Intramuraal
B
Extramuraal

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een spasme?
A
Ontspanning van de spieren
B
Heftige kramp door een blessure
C
Een ongecontroleerde samentrekking van een spier
D
Dwanghuilen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is diabetes?
A
spierziekte
B
bloedarmoede
C
hypo
D
suikerziekte

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat moet je doen bij een verstuiking?
A
De enkel recht zetten
B
De enkel rust geven en koelen
C
De knobbel terug zetten in de kom
D
Gips om de enkel doen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor brandwond is dit?
A
Lichte verbranding
B
Gedeeltelijke verbranding
C
Volledige verbranding

Slide 30 - Quiz

Wat voor brandwond is het?
Je hebt verschillende soorten brandwonden. De minst erge soort is een brandwond waarbij de huid rood wordt. Bij zwaardere brandwonden, zoals de gedeeltelijke en de volledige, zijn er ook blaren of kan de huid zwart worden. Soms heeft een slachtoffer verschillende brandwonden tegelijk.
Op het plaatje zie je een volledige / ernstige verbranding, omdat je een droge witte perkamentachtige huid of zwarte kleur ziet.
Welke brandwond zie je hier?
A
oppervlakkige brandwond
B
diepe brandwond
C
dit is geen brandwond want door de zon

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions


Is deze brandwond
A
1e graads
B
2e graads
C
3e graads
D
1e graads en 2de graads

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Een brandwond die geen pijn doet is een...
A
1e graads brandwond
B
2e graads brandwond
C
3e graads brandwond
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het allerbelangrijk bij een brandwond?
A
Brandwonden zalf smeren
B
Sieraden af doen
C
Een pleister er op plakken
D
Koelen met water

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er bij een verstuiking:
A
gewrichtskapsel en gewrichtsbanden rekken te ver uit of scheuren in
B
Er komt een breuk in het gewricht
C
de spieren scheuren af
D
de huid gaat stuk

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Als iemand een botbreuk heeft wat mag je dan niet doen?
A
Het gebroken lichaamsdeel rust geven
B
Het gebroken lichaamsdeel steun geven
C
Het gebroken lichaamsdeel recht leggen
D
Het gebroken lichaamsdeel met rust laten

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Wat is waar over brandwonden?
A
Brandwonden spoel je met koud water
B
Brandwonden spoel je 10 minuten
C
Brandwonden spoel je met lauw water
D
Brandwonden spoel je met steriel water

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een kneuzing?
A
Beschadiging van bovenhuids bindweefsel
B
Beschadiging van de spieren
C
Beschadiging van de pezen
D
Beschadiging van onderhuids bindweefsel

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Bij een open botbreuk moet je altijd ....... bellen
A
huisarts
B
112

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions