2.2 Schoonmaken met water en zeep

2.2 Schoonmaken met water en zeep
1 / 35
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.2 Schoonmaken met water en zeep

Slide 1 - Slide

Planning
  • Nakijken: 2, 4, 6 t/m 10 (vanaf blz 81 boek A)
  • 2.2 Schoonmaken met water en zeep
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Nakijken: 2, 4, 6 t/m 10 
(vanaf blz 81 boek A)

Slide 3 - Slide

2
  • a) gedestilleerd water heeft een andere samenstelling. Gedestilleerd water is een zuivere stof, drinkwater niet. In drinkwater zitten nog opgeloste stoffen, zoals kalk, zout, mineralen en zuurstof.
  • b) Zoet water bevat veel minder zout dan zout water.
  • c) juiste voorbeelden: rivierwater, zeewater, slootwater, water uit kanalen, meren en plassen
  • onjuiste voorbeelden: grondwater, regenwater

Slide 4 - Slide

4
  • a) 2,6: 0,20 = 13 g/L
  • b) 0,30: 0,20 = 1,5 g/L
  • c) 0,60: 0,20 = 3,0 g/L

Slide 5 - Slide

6
  •  9,0 × 5000 = 45 000 mg = 45 g
  • Er is 45 000 mg zuurstof aanwezig in het vijverwater. Dit is 45 g zuurstof.

Slide 6 - Slide

7
  •  a) Door klimaatverandering komt er minder smeltwater vanuit de bergen in de Rijn
  • b) De hoeveelheid verontreiniging blijft (ongeveer) gelijk, maar zit in een kleiner volume. De concentratie verontreiniging is daarom hoger geworden

Slide 7 - Slide

8
  •  A

Slide 8 - Slide

9
  •  C

Slide 9 - Slide

10
  •  B

Slide 10 - Slide

Leerdoelen 2.2 
  • Je kunt uitleggen hoe schoonmaken met water werkt.
  • Je kunt de werking van zeep beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat ontsmetten is.
  • Je kunt aangeven wat het verschil is tussen hard en zacht water.
  • Je kunt uitleggen wanneer kalkzeep ontstaat en wat de nadelen van kalkzeep zijn.

Slide 11 - Slide

Functies van water
  • Water is een goed oplosmiddel voor veel soorten vuil.
  • Vuil lost beter op in warm water dan in koud water.
  • Water is ook een goed spoelmiddel (zie voorbeelden op plaatjes)



Slide 12 - Slide

Zeep
  • Belangrijkste schoonmaakmiddel bij het wassen of reinigen is altijd water geweest
  • Maar alles wordt veel schoner als je ook zeep gebruikt (bv. voor het verwijderen van vetvlekken)

Slide 13 - Slide

Zeep
  • Natuurlijke zepen: grondstoffen van plantaardige en/of dierlijke oliën en vetten. (Bv. toiletzeep en gele of groene zeep.)
  • Synthetische zepen: grondstoffen uit aardolieproducten (Bv.  afwasmiddel, waspoeder, allesreiniger of shampoo.)


Slide 14 - Slide

Werking van zeep
  • Zeep zorgt ervoor dat het water en de vetten mengen.

  • Hoe noemen we het soort mengsel waarbij water en vetten niet mengen?
  • Emulsie


Slide 15 - Slide

Werking van zeep
  • Emulgator: een hulpstof die er voor zorgt dat je emulsie mengt. (vb: zeep)
  • Hydrofiel: de kop is hydrofiel, deze is goed oplosbaar in water. ‘’waterlievend’’
  • Hydrofoob: de staart is hydrofoob, deze lost niet op in water, maar wel in stoffen als olie en vet. ‘’watervrezend’’


Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Leidingwater
  • Hard water: water met veel opgeloste kalk
  • Zacht water: water met weinig opgeloste kalk
  • Opgeloste kalk wordt onoplosbaar als het water wordt verhit: er ontstaat kalkaanslag die ketelsteen wordt genoemd.
  • Vb. kalkaanslag in koffiezetapparaten en wasautomaten, met name op het verwarmingselement.


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Zeep en leidingwater
  • Zeepmoleculen in natuurlijk zeep reageren met kalk die in leidingwater zit opgelost. De witte stof die hierbij ontstaat wordt kalkzeep genoemd.
  • Vorming van kalkzeep heeft twee nadelen:

  1. Tijdens wassen kan kalkzeep in de kleding terechtkomen, waardoor deze grauw wordt.
  2. Je hebt meer zeep nodig omdat een deel van je zeepmoleculen met het opgeloste kalk reageert.


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Ontsmetten
  • Bij ontsmetten maak je ziekteverwekkers zoals virussen en bacteriën onschadelijk. 
  • Handen wassen met zeep is de meest effectieve maatregel om ziektes te voorkomen. 

Slide 25 - Slide

Maken: 2, 3, 4, 6, 7, 9, 10, 11 
(vanaf blz 90)

Slide 26 - Slide

2
  • a) plantaardige en/of dierlijke oliën en vetten
  • b) aardolieproducten

Slide 27 - Slide

3

Slide 28 - Slide

3

Slide 29 - Slide

4
  • a) Emulsie
  • b) Emulgator

Slide 30 - Slide

6
  • a) Kalk
  • b) Kalkzeep

Slide 31 - Slide

7
  • A

Slide 32 - Slide

9
  • a) Mayonaise is vet en lost dus niet op in water. Suiker lost wel op in water. 
  • b) Eva kan haar handen wassen met water en zeep. 

Slide 33 - Slide

10
  • E

Slide 34 - Slide

11
  • A - 3
  • B - 2
  • C - 1
  • D - 4

Slide 35 - Slide