This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
P
U
B
Q
U
I
Z
2
0
2
4
Slide 1 - Slide
4 plaatjes 1 woord
Slide 2 - Open question
Hoeveel rondjes schaatsen de shorttrackers als ze 500 meter moeten schaatsen?
A
4,5
B
5,5
C
6,5
D
7,5
Slide 3 - Quiz
Hoeveel landen zijn lid van de Europese Unie?
Slide 4 - Open question
4 plaatjes 1 woord
Slide 5 - Open question
In welk jaar begon de Tweede Wereldoorlog?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
4 plaatjes 1 woord
Slide 8 - Open question
Wat is de naam van de langste rivier ter wereld die door 11 landen stroomt?
Slide 9 - Open question
Welke oud-premier zie je afgebeeld?
Slide 10 - Open question
Hoeveel woorden kent een gemiddelde volwassene?
A
5.000
B
10.000
C
20.000
D
50.000
Slide 11 - Quiz
In welke Europese stad staat het gebouw dat je op de achtergrond van deze slide ziet?
A
Antwerpen
B
Gent
C
Brussel
D
Leuven
Slide 12 - Quiz
Welke stad werd in 79 na Christus verwoest door de uitbarsting van de vulkaan de Vesuvius?
Slide 13 - Open question
4 plaatjes 1 woord
Slide 14 - Open question
Hoeveel chromosomen heeft een menselijk lichaamscel (normaal gesproken)?
A
23 paren
B
46 paren
C
24 paren
D
48 paren
Slide 15 - Quiz
Wie was de eerste president van de Verenigde Staten?
A
Kennedy
B
Bush
C
Washington
D
Adams
Slide 16 - Quiz
Wat is de hoofdstad van Australië?
A
Sydney
B
Canberra
C
Adelaide
D
Melbourne
Slide 17 - Quiz
Wat is het grootste orgaan van het menselijk lichaam?
Slide 18 - Open question
4 plaatjes 1 woord
Slide 19 - Open question
Wat ademen planten in om zuurstof te kunnen produceren? Schrijf het woord voluit
Slide 20 - Open question
Welke vitamine krijg je vooral binnen door zonlicht?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Sophie heeft een moestuin waarin ze verschillende soorten groenten verbouwt. Ze heeft 12 rijen met wortels en 8 rijen met tomaten. In elke rij groeien 15 wortels en 20 tomaten. Hoeveel wortels en tomaten heeft Sophie in totaal in haar moestuin?
A
180
B
160
C
200
D
340
Slide 23 - Quiz
Paardensprong
Welk beroep lees je hier?
Het antwoord vul je in op de volgende pagina
Slide 24 - Slide
Welk beroep heb je kunnen ontcijferen?
Slide 25 - Open question
Hoeveel officiële talen spreekt men in België?
Slide 26 - Open question
Welk land ligt zowel in Europa als in Azië?
Slide 27 - Open question
Van welk bedrijf is dit het logo?
Slide 28 - Open question
Wat is de overeenkomst tussen de volgende 2 woorden? lepel meetsysteem
Slide 29 - Open question
Slide 30 - Slide
Welke van de volgende zinnen is een hyperbool (overdrijving)?
A
Hij is zo sterk als een beer.
B
Zij danst als een veertje.
C
Het duurde eeuwen voordat hij terug was.
D
De hond blaft hard.
Slide 31 - Quiz
Hoeveel landen deden mee aan de Olympische Spelen 2024?
A
157
B
204
C
268
D
124
Slide 32 - Quiz
Van welk bedrijf is dit het logo?
Slide 33 - Open question
Welke 2 artiesten hoor je?
Slide 34 - Open question
Bereken de oppervlakte van een rechthoek waarvan de lengte 8 cm en de breedte 5 cm is.
A
40 cm²
B
45 cm²
C
35 cm²
D
50 cm²
Slide 35 - Quiz
Welke kleur bloed heeft een mens in zijn aderen voordat het in aanraking komt met zuurstof?
Slide 36 - Open question
Welke van de volgende getallen is een priemgetal?
A
15
B
29
C
21
D
35
Slide 37 - Quiz
Hoeveel vakjes staan erop een Triviant spelbord?
A
48
B
64
C
72
D
120
Slide 38 - Quiz
Anne verlaat haar huis om 07:45 uur om naar school te gaan. De school begint om 08:30 uur en de reistijd naar school is 25 minuten. Onderweg stopt Anne 10 minuten bij de bakker om een broodje te kopen. Hoeveel minuten heeft Anne over om van de bakker naar school te lopen nadat ze klaar is met haar aankoop bij de bakker?
A
5
B
7
C
10
D
12
Slide 39 - Quiz
Op welke afstanden won Sifan Hasan tijdens de Olympische Spelen van 2024 medailles?
A
1500 meter, 5000 meter 10.000 meter
B
1500 meter 10.000 meter en de marathon
C
5000 meter 10.000 meter en de marathon
D
Sifan deed niet meer met de Olympische Spelen
Slide 40 - Quiz
Van welk bedrijf is dit het logo?
Slide 41 - Open question
Maak de zin af
Slide 42 - Open question
Hoeveel spelers staan erop het veld tijdens een rugbywedstrijd?
Slide 43 - Open question
Slide 44 - Slide
Tijdens de Olympische Spelen 2024 gebeurde iets raars met een polsstokhoogspringer, wat?
A
Hij werd gediskwalificeerd, omdat zijn stok knapte
B
Hij werd gediskwalificeerd, omdat hij op knullige wijze de lat raakte
C
Hij won tijdens 1 sprong zowel zilver als brons
D
Hij kwam niet opdagen en werd gediskwalificeerd
Slide 45 - Quiz
Slide 46 - Video
Wat is de titel van dit lied?
Slide 47 - Open question
Van welk bedrijf is dit het logo?
Slide 48 - Open question
Hoeveel verkeersborden heb je gezien in deze presentatie?