adjectives vd adverbs

Welcome H2A
Please sit down and grab your laptop. You won't need your textbook today!
Go to www.lessonup.app and fill in the code. 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welcome H2A
Please sit down and grab your laptop. You won't need your textbook today!
Go to www.lessonup.app and fill in the code. 

Slide 1 - Slide

de planning van vandaag is het herhalen van de grammar van Adjectives en Adverbs. Ook krijgen jullie tijd om aan het project te werken. Hij moet vandaag af.
Recap:
Adjectives vs Adverbs

Slide 2 - Slide

jullie kunnen op jullie laptop gaan naar lessonup, vul de code in 
Wat is een adjective in het Nederlands

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Wat is de functie van een adjective?
A
Zegt iets over een werkwoord
B
Zegt iets over een zelfstandig naamwoord
C
Zegt iets over het onderwerp
D
Zegt iets over de persoonsvorm

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een adjective staat meestal achter een zelfstandig naamwoord
TRUE
FALSE

Slide 5 - Poll

false. een adjective staat voor een zelfstandig naamwoord. een bvnw zegt iets over het znw
Wat is een adverb in het Nederlands?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is de functie van een adverb?
A
Zegt iets over een werkwoord
B
Zegt iets over de persoonsvorm
C
Zegt iets over hoe iets gebeurd
D
Zegt iets over de frequentie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een adverb staat meestal achter een werkwoord
TRUE
FALSE

Slide 8 - Poll

adverbs van frequentie staan voor de main verb. Andere adverbs staan achter de mainverb. 
STELLING:
Most adjectives are made by adding -ly to the adverb
A
TRUE
B
FALSE

Slide 9 - Quiz

You add -ly to adverbs and not adjectives. 


Een adverb kan ook iets zeggen over een adjective of een andere adverb
Adjective or adverb?

A tortoise walks ......
A
slow
B
slowly

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Adjective or adverb?

He is an ........... person
A
awful
B
awfully

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Adjective or adverb?

She sings BEAUTIFULLY.
A
Adjective
B
Adverb

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Adjective or adverb?

Julia is a ...... person.
A
careful
B
carefully

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Adjective or adverb?

Some snakes are ......
A
dangerous
B
dangerously

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Adjective or adverb?
Ted acts SELFISHLY.
A
Adjective
B
Adverb

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Adjective or adverb?
I was ______ shocked.
A
completely
B
complete

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Project Revolting Rhymes

Slide 17 - Slide

Ik was er niet bij de uitleg van het project. Kunnen jullie mij uitleggen van het inhoud? Ga verder met task 1 en probeer het in de les af te maken. 
Wat: Ga aan de slag met het project (Task 1)
Wie: Alleen, het is een individuele opdracht 
Tijd: De resterende tijd van de les
Hulp: De docent
Uitkomst: Je bent klaar met Task 1
Klaar?: Ga verder met task 2

Aan de slag
timer
30:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions