1.2 Extreem weer les 1

Savanne
Steppe
Middellandse
Land
Zee
Hooggebergte
Woestijn
1 / 23
next
Slide 1: Drag question
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Savanne
Steppe
Middellandse
Land
Zee
Hooggebergte
Woestijn

Slide 1 - Drag question

This item has no instructions

1.2 Extreem weer

Slide 2 - Slide

Beschrijving:

In de VS komen er veel orkanen en tornado's voor. Hier in beeld een orkaan die over het land raasde.

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 

Slide 4 - Slide

Beschrijving van de openingsfoto:

Je ziet een satelliet opname van het orkaan Katrina (bron: knmi.nl). Op 29 augustus 2005 ging Katrina in de omgeving van New Orleans (VS) als een orkaan in de hoogste klasse. Katrina groeide boven het extreem warme water van de Golf van Mexico conform de verwachtingen van het National Hurricane Center uit tot een orkaan van categorie 5, de hoogste klasse op de schaal voor orkanen. De gemiddelde windsnelheden lopen in een klasse vijf orkaan op tot meer dan 250 km/uur; in windstoten liggen de snelheden nog enkele tientallen kilometers hoger. 



Leerdoelen 1.2
1. Je weet hoe luchtsoorten invloed hebben op het klimaat in de VS.

2. Je weet waar extreem weer voorkomt in de VS en waarom daar en kan het verschil tussen orkanen en tornado's uitleggen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Klassikaal lezen: B61 Wind
De lucht om ons heen bestaat uit miljarden kleine luchtdeeltjes (moleculen). Moleculen zijn zo klein dat je ze met het blote oog niet kunt zien. Maar ze zijn er wel. Je kunt ze voelen als ze met een hele massa tegelijk tegen je aan duwen.


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Klassikaal lezen: B61 Wind
Een luchtsoort is een grote hoeveelheid lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid. Zo’n luchtsoort is heel groot, meestal honderden kilometers in omvang. Boven zee is de lucht vochtig, boven land droog. En in het zuiden is de lucht warm, in het noorden koel of koud. Het grensgebied tussen twee verschillende luchtsoorten heet een front.


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aantekening:
Lucht boven land en zee
Luchtsoort = grote hoeveelheid lucht met een bepaalde temperatuur en vochtigheid.

Vier luchtsoorten boven Noord-Amerika:
- vochtig boven zee
- droog boven land
- koud in het noorden
- warm in het zuiden

Front = grensgebied tussen twee verschillende luchtsoorten.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Klassikaal lezen: B61 Wind
Bewegende luchtmassa heet wind. Als de lucht snel beweegt, is de windkracht groot. Die onzichtbare luchtdeeltjes kunnen de dikste boom omverduwen.
Ruim tweehonderd jaar geleden, toen er nog geen windmeters waren, heeft admiraal Beaufort een schaal bedacht om aan te geven hoe hard het waait. De schaal van Beaufort loopt van 0 tot 12. Bij windkracht 0 is het windstil. Bij windkracht 12 waait er een orkaan.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Aantekening:
B62 Hogedruk- en lagedrukgebieden

  • Hogedrukgebied:
    - teveel aan lucht
    - lucht stroomt weg
    - aanvulling door dalende lucht
    - helder weer

  • Lagedrukgebied:
    - tekort aan lucht
    - lucht stroomt toe
    - lucht stijgt op
    - bewolkt, regenachtig weer


Door verschillen in luchtdruk wordt lucht verplaatst. De verplaatsing van lucht = wind

Slide 12 - Slide

Beschrijving:
Hogedrukgebieden gaan gepaard met dalende luchtbewegingen, terwijl bij lagedrukgebieden de lucht stijgt. Hierdoor ontstaat er respectievelijk een overschot en tekort aan lucht. Bij lagedrukgebieden is sprake van stijgende lucht en daarmee vorming van wolken, buien en regengebieden. Onbestendig weer dus. Bij hogedrukgebieden is sprake van dalende luchtbeweging, uitdroging van lucht en vaak weinig wolken.
Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk. 
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind krijgt een afwijking (corioliseffect) naar: 
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Buys Ballot (1817 - 1890)

  • Nederlandse meteoroloog en oprichter van het KNMI

  • Wereldberoemd doordat hij het verband tussen wind en luchtdruk aantoonde.



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk. 
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind krijgt een afwijking (corioliseffect) naar: 
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond


Wet van Buys Ballot:
''Sta je met je rug in de wind op het Noordelijk Halfrond dan heb je het lagedrukgebied links en het hogedrukgebied rechts.''

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk. 
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind krijgt een afwijking (corioliseffect) naar: 
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk.
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk. 
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.
2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind krijgt een afwijking (corioliseffect) naar: 
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Wet van Buys Ballot bestaat uit 2 delen:
1: Wind ontstaat door verschillen in luchtdruk.
-> Lucht waait altijd van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied.

2: Door de draaiing van de aarde krijgt de wind een afwijking (corioliseffect) naar:
- rechts op het noordelijk halfrond
- links op het zuidelijk halfrond

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Link

This item has no instructions

Aan de slag!
- Maken opdracht op papier: Grote windsystemen
- Maken LessonUp extra oefenen dimensies / schaalniveau's (zie link in classroom)

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions

Slide 22 - Link

This item has no instructions

Aan de slag!
Maken in online werkboek van 1.2 opdrachten 1 t/m 4

Slide 23 - Slide

This item has no instructions