de getallen 1-20 (die Zahlen 1 bis 20)

1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 5 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

de getallen 1 tot 20

die  Zahlen 1 bis 20

Slide 2 - Slide

doelen

  1. Je kent alle getallen 1 t/m 12 in het Duits.
  2. Je kent alle getallen 13 t/m 20 in het Duits.
  3. Je kent de regel van de Duitse getallen 13 t/m 20.
  4. Je kent de twee uitzonderingen in regel van de Duitse getallen 13 t/m 20.

Slide 3 - Slide

getallen
das Zahl (het getal)
die Zahlen (de getallen)

Slide 4 - Slide

Getallen 0-12

null, eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, zehn, elf, zwölf


Let extra op:

0 = null

1 = eins

2 = zwei

9 = neun

12 = zwölf


Slide 5 - Slide

Getallen 13-20

dreizehn, vierzehn, fünfzehn, 

sechzehn, siebzehn, 

achtzehn, neunzehn, zwanzig


Wat valt je op?

Slide 6 - Slide

Getallen 13-20

de regel van de getallen 13 t/m 20 =  

kleinste getal + tiental

(13 = drei + zehn = dreizehn)


uitzonderingen: 

16 = sechzehn --> geen sechszehn

17 = siebzehn --> geen siebenzehn


Slide 7 - Slide

even checken!
Vul jij het juiste getal in?

Slide 8 - Slide

13 =

Slide 9 - Open question

16 =

Slide 10 - Open question

17 =

Slide 11 - Open question

19 =

Slide 12 - Open question

20 =

Slide 13 - Open question

10 =

Slide 14 - Open question

1 =

Slide 15 - Open question

100 = :)

Slide 16 - Open question

doelen

  1. Je kent alle getallen 1 t/m 12 in het Duits.
  2. Je kent alle getallen 13 t/m 20 in het Duits.
  3. Je kent de regel van de Duitse getallen 13 t/m 20.
  4. Je kent de twee uitzonderingen in regel van de Duitse getallen 13 t/m 20.

Slide 17 - Slide

schrijf de getallen 0 t/m 12 in het Duits (als je tijd over hebt)

(typ na elk getal een komma en een spatie voordat je het nieuwe getal intypt)

Slide 18 - Open question

Getallen 0-12

null, eins, zwei, drei, vier, fünf, sechs, sieben, acht, neun, zehn, elf, zwölf


Let extra op:

0 = null

1 = eins

2 = zwei

9 = neun

12 = zwölf


Slide 19 - Slide

Getallen 13-20

dreizehn, vierzehn, fünfzehn, 

sechzehn, siebzehn, 

achtzehn, neunzehn, zwanzig


Wat valt je op?

Slide 20 - Slide

Getallen 13-20

de regel van de getallen 13 t/m 20 =  

kleinste getal + tiental

(13 = drei + zehn = dreizehn)


uitzonderingen: 

16 = sechzehn --> geen sechszehn

17 = siebzehn --> geen siebenzehn


Slide 21 - Slide

schrijf de getallen 13 t/m 20 in het Duits (als je tijd over hebt)

(typ na elk getal een komma en een spatie voordat je het nieuwe getal intypt)

Slide 22 - Open question