1.4 Moesson en El nino

1.4 Patronen in weer en klimaat: Moesson en ENSO
1 / 42
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.4 Patronen in weer en klimaat: Moesson en ENSO

Slide 1 - Slide

Leerdoelen van H1.4
1. Hoe ontstaan moessons?

2. Hoe werken een El Niño en de Zuidelijke Oscillatie (ENSO)?


Slide 2 - Slide

Leerdoel 1 van H1.4
1. Hoe ontstaan moessons?

De komende slides gaan allemaal over leerdoel 1 
(Moessons -> Herhaling uit klas 3 hoofdstuk 5 India)

Slide 3 - Slide

1. Hoe ontstaan moessons?
Waarom is deze afbeelding niet altijd een goede weergave van de windstromen?

Slide 4 - Slide

1. Hoe ontstaan moessons?
De afbeelding geeft een ideaalbeeld weer van de luchtstromen op aarde, waarin er geen rekening is gehouden met de schuine stand van de aardas en de verdeling van land en zee. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

1. Hoe ontstaan moessons?
Bij de vorige slide kan je goed zien wat voor effect de schuine stand van de aarde tov. de zon heeft op in instraling van de zon. 

De zon staat dus niet altijd loodrecht op de evenaar, maar beweegt door de schuine stand van de aardas in een jaar heen en weer tussen de keerkringen (23,5° N.B. en Z.B.). Een andere naam voor dit tropische minimum is de intertropische convergentiezone (ITCZ). Hier ontmoeten de noordoost- en de zuidoostpassaat elkaar 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

1. Hoe ontstaan moessons?
Een gevolg van het verschuiven van het tropisch minimum (het lagedrukgebied bij de evenaar) zijn de moessons (=halfjaarlijks wisselende winden), in bijvoorbeeld India.



Slide 9 - Slide

Maart/September

Slide 10 - Slide

Januari

Slide 11 - Slide

Moessons komen niet overal rond de evanaar voor. De wind die links van Afrika en rechts van Z-Amerika waait, waait het hele jaar dezelfde richting op (richting de evenaar). Dat is dus een passaat en GEEN moesson.

Slide 12 - Slide

Juli

Slide 13 - Slide

Moessons komen niet overal rond de evanaar voor. De wind die links van Afrika en rechts van Z-Amerika waait, waait het hele jaar dezelfde richting op (richting de evenaar). Dat is dus een passaat en GEEN moesson.

Slide 14 - Slide

1. Hoe ontstaan moessons?
De gevolgen van de moesson in bijvoorbeeld India zijn groot. Het zorgt namelijk voor grote verschillen in neerslag. 

Bij de volgende slide kan je goed zien hoe de ITCZ tussen de keerkringen beweegt en zorgt voor veel/weinig neerslag. 
(Let op bijv. op India bij de animatie)


Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

1. Hoe ontstaan moessons?
  • Bij stijgende lucht koelt de lucht af -> krimp de lucht -> valt er ... neerslag en bij dalende lucht warmt de lucht op -> zet de lucht uit -> valt er .... neerslag.
  • Vochtige aanlandige lucht zorgt voor ... neerslag en droge aflandige lucht zorgt voor ... neerslag.
  • De kant van een gebergte waar veel neerslag valt noem je de ... zijde en de kant waar weinig neerslag valt de ... zijde

Slide 17 - Slide

1. Hoe ontstaan moessons?
  • Bij stijgende lucht koelt de lucht af -> krimp de lucht -> valt er veel neerslag en bij dalende lucht warmt de lucht op -> zet de lucht uit -> valt er weinig neerslag.
  • Vochtige aanlandige lucht zorgt voor veel neerslag en droge aflandige lucht zorgt voor weinig neerslag.
  • De kant van een gebergte waar veel neerslag valt noem je de loefzijde en de kant waar weinig neerslag valt de lijzijde

Slide 18 - Slide

Moesson check

Welke maand?
Nat of droog?
Aanlandige- of aflandige wind?
Loef- of lijzijde?

Slide 19 - Slide

Moesson check

Welke maand? 
Nat of droog?
Aanlandige- of aflandige wind?
Loef- of lijzijde?

Slide 20 - Slide

Moesson check

Slide 21 - Slide

Aan de slag!
Maken in boek Klimaatvraagstukken H1.4 opdr. 1 t/m 4

Slide 22 - Slide

Leerdoel 1 van H1.4
2. Hoe werken een El Niño en de Zuidelijke Oscillatie (ENSO)?

De komende slides gaan allemaal over leerdoel 2
(El Niño -> Herhaling uit klas 3 hoofdstuk 3 Chili)

Slide 23 - Slide

1.4 Patronen in weer en klimaat: Moesson en ENSO

Slide 24 - Slide

2. Hoe werken een El Niño en de Zuidelijke Oscillatie (ENSO)?
ENSO= El Niño - Southern Oscillation


Slide 25 - Slide

2. Hoe werken een El Niño en de Zuidelijke Oscillatie (ENSO)?
ENSO= El Niño - Southern Oscillation

El Niño: oceanische deel (hydrosfeer)
Southern Oscillation: atmosferische deel (atmosfeer)

Slide 26 - Slide

3

Slide 27 - Video

Normale situatie
Zuid-Amerika
Australië / Indonesië.
Temperatuur zeewater
Luchtdruk
Stijgende / dalende lucht
Neerslag
Windrichting
Normale situatie

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Normale situatie
Zuid-Amerika
Australië / Indonesië.
Temperatuur zeewater
Koud
Warm
Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied
Stijgende / dalende lucht
Dalende lucht
Stijgende lucht
Neerslag
Weinig
Veel
Windrichting
Aflandig
Aanlandig
Normale situatie

Slide 32 - Slide

Normale situatie
Zuid-Amerika
Australië / Indonesië.
Temperatuur zeewater
Luchtdruk
Stijgende / dalende lucht
Neerslag
Windrichting
El Niño situatie

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Normale situatie
Zuid-Amerika
Australië / Indonesië.
Temperatuur zeewater
Warm
Koud
Luchtdruk
Lagedrukgebied
Hogedrukgebied
Stijgende / dalende lucht
Stijgende lucht
Dalende lucht
Neerslag
Veel
Weinig
Windrichting
Aanlandig
Aflandig
El Niño situatie

Slide 37 - Slide

Bij La Niña zijn de klimaatomstandigheden precies het tegenovergestelde van 
El Niño. Bij La Niña zijn er sterkere passaten waardoor grote hoeveelheden oceaanwater westwaarts gestuwd worden en de zeespiegel stijgt bij Indonesië en de Filipijnen.

Slide 38 - Slide

Aan de slag!
Maken in boek Klimaatvraagstukken H1.4 opdr. 5 + 6

Slide 39 - Slide

00:48
Waait de wind in de normale situatie zonder El Nino naar Chili toe of van Chili af?
A
naar Chili toe
B
van Chili af

Slide 40 - Quiz

01:39
Ontstaat er een lage- of hogedrukgebied in de kust voor Azië? Waarom? Geef een kenmerk!

Slide 41 - Open question

02:42
Wat is een gevolg in Indonesië van El Nino?
A
Overstromingen
B
Bosbranden
C
Aardbevingen
D
Vulkaan erupties

Slide 42 - Quiz