Thema 4 - Huis op wielen

Thema 4 - wonen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 4 - wonen

Slide 1 - Slide

Een huis op wielen noem je een woonwagen
Bekijk het filmpje op de volgende slide en maak de vragen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Hoeveel mensen kunnen in de woonwagen wonen?
A
2 tot 4
B
4 tot 6
C
8 tot 12
D
12 tot 18

Slide 4 - Quiz

Waar koken de bewoners?
A
In de woonkamer
B
Buiten
C
In de keuken
D
Op de kleine kachel

Slide 5 - Quiz

Waar wassen de bewoners zich?
A
In de woonkamer
B
In de badkamer
C
In de keuken
D
Buiten

Slide 6 - Quiz

Waar is de WC?
A
Er is geen WC
B
Buiten moeten ze naar de WC
C
In de badkamer
D
In de keuken

Slide 7 - Quiz

Lees de tekst. Maak de vragen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe lang speelt Jan al voetbal?
A
8 jaar
B
3 jaar
C
6 jaar
D
Dit wordt niet genoemd

Slide 10 - Quiz

Wat vindt Jan een nadeel?
A
Zijn buren zijn niet aardig
B
Het is ver van zijn voetbal
C
Er zijn veel muggen
D
Het is te klein

Slide 11 - Quiz

Speelt Jan vaak in de tuin?
A
Ja daar voetbalt hij
B
Nee, hij heeft geen tuin
C
Nee, die is te klein
D
Dat wordt niet genoemd

Slide 12 - Quiz

Hoe heet de broer van Jan?
A
Max
B
Willem
C
Pieter
D
Dat wordt niet genoemd

Slide 13 - Quiz

Wat vindt Jan fijn aan de keuken?
A
Er is altijd eten
B
De geur
C
Daar komt de familie samen
D
De ruimte zelf

Slide 14 - Quiz

Maak een zin.

Slide 15 - Slide

Maak een zin met: de verdieping

Slide 16 - Open question

Maak een zin met: het gordijn

Slide 17 - Open question

Maak een zin met: naast

Slide 18 - Open question

Maak een zin met: overal

Slide 19 - Open question

Maak een zin met: verhuizen

Slide 20 - Open question