Spellinghavo-42

Wanneer plaats je een komma?
A
Tussen twee persoonsvormen
B
Tussen de onderdelen van een opsomming
C
Voor een voegwoord
D
zowel A, B als C
1 / 20
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wanneer plaats je een komma?
A
Tussen twee persoonsvormen
B
Tussen de onderdelen van een opsomming
C
Voor een voegwoord
D
zowel A, B als C

Slide 1 - Quiz

Wanneer gebruik je een dubbele punt?
A
om een opsomming aan te kondigen
B
om een verklaring aan te kondigen
C
om de directe rede aan te kondigen
D
Zowel A,B als C

Slide 2 - Quiz

Wat is onjuist?
A
Middeleeuwen
B
het rijke Westen
C
augustus
D
christelijk

Slide 3 - Quiz

Wat schrijf je met een kleine letter?
A
windstreken
B
afleidingen van feestdagen
C
maanden
D
Zowel A, B als C

Slide 4 - Quiz

Geef een voorbeeld van een afleiding van een feestdag

Slide 5 - Open question

Wat is onjuist?
A
Artsen zonder Grenzen
B
Noordhoff Uitgevers
C
de heer Van der Wal
D
A. Van der Wal

Slide 6 - Quiz

Wat is onjuist?
A
Schrijf de -s vast als de uitspraak correct is
B
Schrijf 's in woorden die eindigen op een e
C
Schrijf 's bij afkortingen
D
Schrijf 's in woorden die eindigen op a i o u of y

Slide 7 - Quiz

Welke samenstelling is onjuist?
A
koninginnekroon
B
beresterk
C
paradepaard
D
dwingeland

Slide 8 - Quiz

Welk woord is onjuist?
A
kettinkje
B
jongentje
C
hoeraatje
D
pony'tje

Slide 9 - Quiz

Welke vorm is juist?
A
sms'je
B
4'tjes
C
wc'tje
D
zowel A,B en C

Slide 10 - Quiz

Wat is onjuist?
A
Hij zat eroverin
B
Hij zat erbovenop
C
Hij zat erover in
D
Ik leg het daar op.

Slide 11 - Quiz

Wat is onjuist?
A
adjunct-chef
B
oud-commissaris
C
aspirant-lid
D
geneesheer directeur

Slide 12 - Quiz

Wat is juist?
A
gefinancieerd
B
gefinanciërd
C
gefinancierd
D
Maakt niet uit, joh!

Slide 13 - Quiz

Wat is onjuist?
A
't Wordt koud vandaag.
B
Iris' afspraken staan vast.
C
23 leerlingen zitten er in de klas.
D
vwo- en havoleerlingen doen mee.

Slide 14 - Quiz

Wat is onjuist?
A
intressant
B
represailles
C
interessant
D
sowieso

Slide 15 - Quiz

Schrijf een Nederlands woord met een accent aigu.

Slide 16 - Open question

Wat is juist?
A
Land- en tuinbouw
B
Donkerblauw en -groen
C
Basis- en middelbaaronderwijs
D
Hoge en lage oogdruk

Slide 17 - Quiz

Klinkerbotsing? Hockey-elftal of hockeyelftal?

Slide 18 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van juichen, schrobben en verven?

Slide 19 - Open question

Wat is onjuist?
A
Geouwehoerd
B
Geütiliseerd
C
Gefixed
D
Geïnterpreteerd

Slide 20 - Quiz