6.2 Afschaffing van de Slavernij

6.2 Afschaffing van de Slavernij
Hoofdstuk 6 - Vrijheid en gelijkheid
1 / 43
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

6.2 Afschaffing van de Slavernij
Hoofdstuk 6 - Vrijheid en gelijkheid

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Wanneer is slavernij in NL afgeschaft?

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen 6.2
  • Je kunt enkele redenen noemen waarom abolitionisten slavenhandel en slavernij wilden afschaffen.
  • Je kunt beschrijven wanneer en hoe in het Britse Rijk en de Verenigde Staten de slavernij werd afgeschaft.
  • Je kunt beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

Slide 4 - Slide

Leerdoel 1
Aan het eind van deze les kun je enkele redenen noemen waarom abolitionisten slavenhandel en slavernij wilden afschaffen.

Slide 5 - Slide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 6 - Poll

plaats slavernij 18e eeuw
Kritiek op slavernij
  • 1750: meeste Europeanen vonden slavernij normaal
  • Christelijkheid: God vond elk mens even waardevol
  • Verlichte denkers: alle mensen zelfde grondrecht, waaronder vrijheid (1798 Bataafse grondwet)
  • 1794: radicalen Franse Revolutie schaffen slavernij af > nadelig economie koloniën 
  • 1802: Napoleon hersteld slavernij

Abolitionisme: beweging die strijd voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij.

Slide 7 - Slide

ontstaan abolitionisme
 beweging die strijd voor de afschaffing van slavenhandel en slavernij

eerste plaats: strijden voor afschaffing handel in slaven want
  •                 eind slaventransporten
  •                 zonder nieuwe aanvoer, eigenaren voorzichtiger
  •                 slavernij zou uiteindelijk verdwijnen

Slide 8 - Slide

Verbod op slavernij


  • Groot-Britannie: 1807
  • Andere landen volgden
  • Nederland: 1814

Slide 9 - Slide

Slavernij nam niet echt af
Oorzaken:
  1. De mensenhandel bleef doorgaan, ook al was die illegaal.
  2. Slaveneigenaren gingen de kinderen van slaven beter verzorgen, zodat er nieuwe slaven opgroeiden. 

Slide 10 - Slide

Acties abolitionisten

  1. zoveel mogelijk slaven vrijkopen
  2. probeerden anderen van hun gelijk te overtuigen
systeem bleef echter bestaan

Slide 11 - Slide

Wat was géén argument tegen slavernij?
A
De ideeën van de Franse Revolutie.
B
Volgens het geloof was iedereen gelijk.
C
Het was goed voor de economie.
D
Grondrechten zouden voor iedereen moeten gelden.

Slide 12 - Quiz

Noem een reden waarom abolitionisten de handel in slavernij wilden afschaffen.

Slide 13 - Open question

Leerdoel 1
Aan het eind van deze les kun je enkele redenen noemen waarom abolitionisten slavenhandel en slavernij wilden afschaffen.

Slide 14 - Slide

Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 15 - Poll

Leerdoel 2
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in het Britse Rijk en de Verenigde Staten de slavernij werd afgeschaft.

Slide 16 - Slide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 17 - Poll

afschaffing slavernij
AFSCHAFFING IN GROOT-BRITTANNIË
1833: Groot-Brittannië  > aanleiding slavenopstand Jamaica met veel geweld                                                      onderdrukt. Daarna afschaffing van slavernij.

AFSCHAFFING IN DE VERENIGDE STATEN
voor 1800: enkele noordelijke staten in de VS > industrie, meeste mensen in loondienst
1861: burgeroorlog > verzet afschaffen slavernij overige noordelijke staten 
                                            en zuidelijke staten (veel katoen- en tabaksplantages)
1863: alle noordelijke staten in VS afschaffing slavernij alle staten
1865: noordelijke staten winnen burgeroorlog >zuidelijke staten moeten zich aan verbod op slavernij houden

Slide 18 - Slide

Vrijlating van slaven: emancipatie

Slide 19 - Slide

Leerdoel 2
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in het Britse Rijk en de Verenigde Staten de slavernij werd afgeschaft.

Slide 20 - Slide

Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 21 - Poll

Aan de slag
Lezen: 6.2: opkomst van het abolitionisme
maken: opdr. 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7.

Slide 22 - Slide

Leerdoel 3
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

Slide 23 - Slide

Hoeveel weet jij al van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 24 - Poll

afschaffing slavernij in Nederlandse koloniën
1860: Nederlands-Indië 
1863: Suriname en Nederlandse Antillen 
             > vrijgelatenen moesten tot 1873 doorwerken voor 
                 hun meester.
            > voormalige eigenaren kregen schadevergoeding voor  
                verlies van hun 'bezit'. 
> vrijgelatenen kregen niets.

Slide 25 - Slide

Ketikoti
 1 juli 1863, de dag waarop in Suriname en op de Antillen de slavernij werd afgeschaft.

 (Letterlijk: ‘het verbreken van de ketenen’.) 

In NE nu: officiele herdenkings-feestdag. 

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Contractarbeider
 Een vrij persoon die voor een bepaalde periode in een ander land loonarbeid verricht en daarna vrij is terug te keren naar het land van herkomst.

Slide 29 - Slide

Contractarbeiders
 Klinkt mooi maar...

  • omstandigheden net zo slecht als in slaventijd
  • laag loon > gevolg geen geld voor terugkeer

Slide 30 - Slide

gevolgen afschaffing slavernij
  • veel vrijgelatenen beginnen landbouwbedrijfje/naar de stad
  • plantage eigenaren op zoek naar nieuwe landarbeiders
  • contractarbeiders 

Slide 31 - Slide

Leerdoel 3
Aan het eind van deze les kun je beschrijven wanneer en hoe in de Nederlandse koloniën de slavenhandel en slavernij werden afgeschaft.

Slide 32 - Slide

Hoeveel weet jij nu van dit leerdoel?
Niks
Weinig
Redelijk
Veel

Slide 33 - Poll

Aan de slag
Lezen: Afschaffing  in de Nederlandse koloniën
Maken: opdracht 8 - 9 - 10 - 11.

klaar: Test Jezelf paragraaf 6.2 (online)


Slide 34 - Slide

Waar was het abolitionisme bijzonder actief?
A
Nederland
B
Verenigde Staten
C
Jamaica
D
Groot-Brittannië

Slide 35 - Quiz

Waarom werkte de afschaffing van slavenhandel niet om slavernij weg te krijgen?
A
Omdat de handel dan wel ondergronds (illegaal) werd gedaan.
B
Omdat slaven houden niet verboden werd, dus slavernij bleef bestaan.
C
Omdat de slavenhandelaren nu slaveneigenaren werden en gewoon doorgingen.
D
Omdat plantage-eigenaars zelf hun slaven gingen halen in het binnenland van de koloniën.

Slide 36 - Quiz

Wat was een van de oorzaken voor het ontstaan van de Amerikaanse burgeroorlog?
A
De noordelijke staten wilden slavernij afschaffen en het zuidelijke staten niet.
B
De zuidelijke staten wilden slavernij afschaffen en de noordelijke staten niet.
C
De Amerikaanse president had in 1860 slavernij afgeschaft en het zuiden was het er niet mee eens,
D
De Amerikaanse president had in 1860 slavernij afgeschaft en het noorden was het er niet mee eens.

Slide 37 - Quiz

Wie won de Amerikaanse Burgeroorlog en wat was het gevolg?
A
Het Noorden won, ook de Zuidelijke staten moesten zich aan het totale verbod op slavernij houden.
B
Het Zuiden won, ook de Noordelijke staten moesten zich aan het totale verbod op slavernij houden.

Slide 38 - Quiz

Wanneer schaft Nederland in Suriname en op de Antillen slavernij af?
A
1860
B
1863
C
1870
D
1883

Slide 39 - Quiz

Waarom waren de meeste slaven in 1873 alsnog "slaaf" in de Nederlandse koloniën?
A
Omdat ze graag door bleven werken voor hun voormalig eigenaar.
B
Omdat ze nog 10 jaar voor hun eigenaar moesten werken, dat was onderdeel van de regeling.
C
Omdat ze een schadevergoeding bij elkaar moesten werken voor hun voormalig eigenaar.
D
Omdat ze toen opnieuw konden worden verkocht als werknemer.

Slide 40 - Quiz

Hoe heet de feestdag over de bevrijding van slaven op 1 juli?

Slide 41 - Open question

Plantage-eigenaren moesten op zoek naar nieuwe landarbeiders, daarvoor werden contractarbeiders gezocht (kwamen vanuit andere werelddelen).
Welke omschrijving legt het beste hun werkomstandigheden uit?
A
Contractarbeiders waren vrij en hadden voldoende loon om te kunnen overleven.
B
Contractarbeiders waren niet vrij en hadden niet voldoende loon om rond te kunnen komen.
C
Contractarbeiders waren vrij en hadden vaak net genoeg geld om terug te kunnen keren naar hun moederland
D
Contractarbeiders waren vrij, maar hadden een slecht loon waardoor ze niet konden terugkeren naar eigen land.

Slide 42 - Quiz

De afschaffing van slavernij heeft het leven van veel mensen positief veranderd.
0100

Slide 43 - Poll