5.3 oefenen met signaalwoorden

5.3 
klas 2

oefenen met signaalwoorden
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.3 
klas 2

oefenen met signaalwoorden

Slide 1 - Slide

Inleveren fictiedossier
Op 25 juni leveren jullie het fictiedossier in
Ik heb een overzicht gemaakt van alle opdrachten tot nu toe
Werk dit bij als dat nog moet

Slide 2 - Slide

Toetsweek
Theorie van 4.3 en 5.3 Lezen
(+ achterin je boek overzicht van tekstverbanden en signaalwoorden)

Slide 3 - Slide

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 4 - Open question

De hoofdgedachte
- Één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
- Nooit een vraag! 
- Precies lezen.
- Geeft antwoord op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt? 
- Staat vaak letterlijk in de inleiding of het slot. 




Slide 5 - Slide

de lezer iets nieuws vertellen
de lezer vermaken of laten lezen voor zijn plezier
de lezer overhalen iets te doen
de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet
een mening geven en uitleggen waarom die mening waar is
informerende tekst
amuserende tekst
activerende tekst
instruerende tekst
overtuigende tekst

Slide 6 - Drag question


Wat voor tekstdoel is dit?

A
activeren
B
informeren
C
instrueren
D
overtuigen

Slide 7 - Quiz

Wat voor soort tekstdoel is dit?
A
activeren
B
informeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 8 - Quiz

Wat voor soort tekstdoel is dit?
A
Overtuigend
B
Amuserend

Slide 9 - Quiz

Wat voor soort tekstdoel is dit?
A
informeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
instrueren

Slide 10 - Quiz

Tekstdoel:
Informeren - > lezer informatie over iets uit de werkelijkheid geven.
Voorbeelden: nieuwsbericht, verslag, studieboek, (achtergrond)artikel, folder

Slide 11 - Slide

Tekstdoel:

Amuseren - > de lezer vermaken, zijn vaak verzonnen gebeurtenissen.
Voorbeelden: roman, strip, cartoon

Slide 12 - Slide

Tekstdoel:

Instrueren  - > de lezer vertellen hoe je iets moet doen
Voorbeelden: instructie, recept, bijsluiter

Slide 13 - Slide

Tekstdoel:
Overtuigen  - > de schrijver wil dat de lezer het met hem eens is 
Voorbeelden: betoog, ingezonden brief, filmbespreking

Slide 14 - Slide

Tekstdoel:
Activeren  - > de schrijver wil dat de lezer iets gaat doen. Voorbeelden: reclamefolder, advertentie, uitnodiging, affiche, flyer

Slide 15 - Slide

Oefenen met signaalwoorden
Op het scherm straks alle tekstverbanden
Die staan achterin je werkboek

Voor elk tekstverband maak je twee zinnen waarin je een signaalwoord gebruikt.

We oefenen eerst samen.

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken


Klaar? Maak van 5.3 1 t/m 9 en 10 t/m 13
timer
25:00

Slide 17 - Slide