Middeleeuwen H5

Deze les
op tafel: laptop
inloggen LessonUp

opfrissen van het hofstelsel
opfrissen van het hofstelsel

Nieuw: christendom en Islam
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Deze les
op tafel: laptop
inloggen LessonUp

opfrissen van het hofstelsel
opfrissen van het hofstelsel

Nieuw: christendom en Islam

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is het hofstelsel?
A
Het economische systeem met horige op domeinen .
B
De manier waarop edelen leefde aan het hof van de koning.
C
Dit bestond niet en is verzonnen.
D
Dit is een politiek systeem met horige op domeinen.

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wie was de baas van een domein?
A
Een horige
B
Een vrije boer
C
Een heer
D
De Romeinse keizer

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit bestond een domein?
A
Huizen van horigen
B
Hoeve van de heer
C
Landbouwgrond
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

In het hofstelsel:
A
geeft de heer bescherming aan de horige
B
moesten horigen herendiensten verrichten
C
geeft de horige een deel van de opbrengst van het land aan de heer
D
helpt de heer de horige op het land tijdens de oogsttijd

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Het hofstelsel had als voordeel dat 'hij' zelf niet op het land hoefde te werken.

Wie is in bovenstaande zin 'hij'?
A
Een horige
B
Een heer

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn herendiensten?
A
Zo af en toe eens op bezoek gaan bij de heer
B
Klusjes doen voor de heer of het klooster
C
Gratis op het land van de heer wonen
D
Bescherming geven aan de horigen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wie heeft het leenstelsel bedacht?
A
Clovis
B
Lodewijk
C
Pepijn
D
Karel de Grote

Slide 8 - Quiz

Van welk land was Karel de Grote koning?
Hoe werkte het leenstelsel?
Waarom zou hij dit hebben gedaan?

De koning was in het leenstelsel de...
A
Leenman
B
Leenheer
C
Achterleenman
D
Vazal

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voordeel van het leenstelsel voor de leenman?
De leenman...
A
mocht de opbrengst van het geleende gebied zelf houden
B
moest meevechten in het leger
C
moest het gebied besturen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het voordeel van het leenstelsel voor de leenheer?
De leenheer...
A
hoefde het gebied niet zelf te besturen.
B
had soldaten voor zijn leger.
C
kreeg raad van zijn leenmannen
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Ontstaan christendom





  • Christendom is ontstaan uit het jodendom.
  • Jezus Christus is het belangrijkste in het christendom.
  • Zijn verhaal staat in de Bijbel.
  • Jezus wordt veroordeeld en gekruisigd.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Jezus

Geloofde in naastenliefde en geen geweld. 

Jezus werd populair!


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Jezus van Nazareth
  • Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
  • Jezus krijgt veel aanhangers. De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. 
  • Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Christenen

  • De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen
  • Deze naam komt van Christus, dat 'gezalfde' betekent.  Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd. 
  • Zij geloven in de woorden die Jezus (via zijn leerlingen) aan hen heeft gegeven: 'Iedereen is gelijk voor God en voor ieder goed mens is er een plek in de hemel'.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Christendom toegestaan
  • Keizer Constatijn zorgde voor het stoppen van de       christenvervolging
  • Vanaf 394 is het christendom het enige toegestane geloof.
  • De bisschop van Rome (de paus) wordt steeds belangrijker
  • Ook onder Karel de Grote werd zijn rijk christelijk

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Ontstaan Islam
  • 7e eeuw, Midden-Oosten --> ontstaan nieuwe godsdienst:
  • De Islam: Een godsdienst waarbij mensen geloven in één god: Allah.
  • Stichter Islam is Mohammed 
  • Gebied waar Mohammed woonde geloofde men in natuurgoden
  • Mohammed woonde in Mekka. Was een handelaar. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Ontstaan Islam
  • Door zijn beroep in contact met Jodendom + Christendom
  • Begon te geloven in 1 God: Allah 
  • Hij probeerde idee te verspreiden over bevolking Mekka
  • Dit lukte niet, ze joegen hem zelfs weg uit Mekka
  • In 622 vertrok Mohammed naar stad Medina
  • Daar lukte het wel om mensen te bekeren tot de Islam 
  • Een aanhanger van de Islam, volgeling van Mohammed wordt een moslim genoemd 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

4 belangrijke kenmerken Islam
1. Heilige boek: de Koran --> Uitspraken + verhalen Mohammed
2. Er is 1 God & Mohammed is laatste en belangrijkste    aaboodschapper (profeet) van deze God
3. Mohammed vertelde hoe je goed moest leven --> In hemel aakomen door in Allah te geloven + zijn regels te volgen
aaDe belangrijkste leefregels noem je de vijf zuilen
4. Vrijdagmiddag bij elkaar in Moskee om te bidden 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

De vijf zuilen zijn:
  1. Je moet geloven in de enige god Allah.
  2. Je moet vijf keer per dag bidden, met gezicht naar Mekka.
  3. Je moet armen en zieken helpen.
  4. Niet eten of drinken in de vastenmaand ramadan, van zonsopkomst tot zonsondergang.
  5. Één keer in je leven een bedevaart maken naar Mekka.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

 Middeleeuwen:Keizer of paus


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

De strijd tussen paus en keizer

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

In de Tijd van monniken en ridders was er geen scheiding tussen kerk en staat.

A
niet waar
B
waar

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent: "Er is een scheiding tussen kerk en staat"
A
De koning heeft geen geloof maar het volk wel
B
De koning bepaalt wat het volk moet geloven
C
De paus heeft de koning niet gekroond
D
De kerk bemoeit zich niet met de staat. De staat niet met de kerk.

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hebben we in Nederland een scheiding tussen kerk en staat?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions


Wie is de profeet van de islam?
Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Arabier
D
Allah

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

De islam is ontstaan in de
A
5e eeuw
B
6e eeuw
C
7e eeuw
D
8e eeuw

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions


De volgelingen van de islam zijn
De volgelingen van de islam zijn...
A
boedhist
B
christen
C
jihad
D
moslim

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Het ontstaan van de Islam is een...
A
politieke verandering
B
economische verandering
C
culturele verandering

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions