H2.2 Scheiden van mengsels

H2.2 Scheiden van mengsels 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2.2 Scheiden van mengsels 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Stil lezen
10 Min Stil lezen H2.2 en/of opdrachten maken

HAVO: §2.2 opgaven:
16(M) of 17 + 18 + 19(M) of 20 + 21(N) + 22

VWO: 
§2.2 opgaven:
13 + 14 + 15(M) of 16(N) + 18(N) + 19(M)




timer
10:00

Slide 3 - Slide

Instructie

We gaan samen kijken naar:
  • Filtreren - Filtraat - Residu
  • Extraheren - Extractiemiddel
  • Rekenen met Rendement van een scheiding
Zelf:

Zelf doen:
  • Namen practicumhulpmiddelen
  • Vouwen van een filtreerpapier
  • Oefenen!

Slide 4 - Slide

Scheiden van een mengsel
Iedere stof bezit eigen stofeigenschappen. Op basis van deze stofeigenschappen kun je een mengsel scheiden mbv:
  1. Bezinken
  2. Filtreren
  3. Extraheren
1.
2.
3.

Slide 5 - Slide

Rendement berekenen
Antwoord
In een suikerbiet zit 25 g suiker. Helaas is de scheiding van de suiker en de bietenpulp niet volledig. Hierdoor kan er maar 17 g suiker worden uitgehaald.
Wat is het rendement van deze scheiding?

Slide 6 - Slide

Huiswerk:
Leren: Vetgedrukte woorden +
  • Bezinken - Centrifugeren 
  • Filtreren
  • Extraheren
  • Rekenen met Rendement

HAVO: §2.2 opgave: 16(M) of 17 + 18 + 19(M) of 20 + 21(N) + 22
VWO: §2.2 opgave: 13 + 14 + 15(M) of 16(N) + 18(N) + 19(M)



Slide 7 - Slide

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 8 - Quiz

Een tweede manier om een suspensie te scheiden
A
residu
B
destillaat
C
bezinken en afschenken
D
scheiden

Slide 9 - Quiz

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zijn dit?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Extraheren-indampen
D
Extraheren-filtreren

Slide 10 - Quiz

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Bezinken
B
Filtreren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 11 - Quiz

Hoe heet de vaste stof die achterblijft bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 12 - Quiz

Waar staat de juiste omschrijving
A
A = filter B= filtraat C = residu
B
A = filtraat B = filter C = residu
C
A = filter B = residu C = filtraat
D
A = filtraat B = residu C = filter

Slide 13 - Quiz

Stel: In 100 g koffie zit 75 mg cafeïne. Na het koffiezetten zit er 40 mg cafeïne in het filtraat. Bereken het rendement.
A
Rendement = 187,5%
B
Rendement = 53,3%
C
Rendement = 18,8%
D
Rendement = 40%

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video