This lesson contains 32 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
B5 Aanpassingen bij dieren
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les doen?
- Uitleg b5 Aanpassingen bij dieren
- Zelf aan de slag met opdrachten
Slide 2 - Slide
Leerdoel:
Je kunt beschrijven hoe dieren zijn aangepast aan het biotoop waarin ze leven.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Aanpassingen bij waterdieren
Slide 5 - Slide
Poten
Slide 6 - Slide
Teenganger
Loopt op zijn tenen (alleen op de teenkootjes)
Voordeel: hij kan zachtjes sluipen
hij kan snel sprinten
Nadeel:bij lange afstanden is hij minder snel
Slide 7 - Slide
Hoefganger
Een hoefganger loopt op de toppen van de tenen.
De teen is bedekt met een hoef.
Voordeel: Een hoefganger kan nog sneller lopen.
Nadeel: zakken in een zachte grond weg
Slide 8 - Slide
Zoolganger
Loopt op zijn hele voetzool (van hielbeen tot
en met de teenkootjes).
Voordeel: hij verdeelt zijn gewicht over een groot oppervlak en zakt niet snel diep weg in een zachte ondergrond zoals bijv. sneeuw.
Nadeel: een zoolganger is minder snel
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Zelfde botten ander figuur
Slide 11 - Slide
Poten van vogels
Slide 12 - Slide
Snavels
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Slide 16 - Slide
Men beweert dat de evolutie van de pootlengte tot korte poten een aanpassing is aan de lage omgevingstemperatuur. Leg uit waardoor het Svalbard rendier hierdoor beter aangepast is aan lage omgevingstemperaturen dan het Noorse rendier.
Slide 17 - Open question
wat weet je nog
noem aanpassingen bij
waterdieren (lichaam)
landzoogdieren (poten)
steltlopers (poten + type snavel)
roofvogels (poten + snavel)
zangvogels (poten + snavel
watervogels (poten + snavel
Slide 18 - Slide
leg de volgende begrippen uit
kegelsnavel
gestroomlijnd
teengangers
schutkleur
Slide 19 - Slide
B6 Aanpassingen bij planten
Slide 20 - Slide
Deze les
- Uitleg b6 Aanpassingen bij planten
- Zelf aan de slag
Slide 21 - Slide
Leerdoel
Je kunt beschrijven hoe planten zijn aangepast aan het biotoop waarin ze leven.