Voeding

Eet en slikproblemen 
in de 
gehandicaptenzorg

Sjoerd van Weert 
Niels Jongbloed
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Eet en slikproblemen 
in de 
gehandicaptenzorg

Sjoerd van Weert 
Niels Jongbloed

Slide 1 - Slide

Wat is het verschil tussen moeilijk slikken en verslikken?
A
Moeilijk slikken betekent: dat je iets doorslikt wat vies smaakt, Verslikken betekent: dat je expres niet doorslikt.
B
Moeilijk slikken: heeft te maken met pijn of moeite bij het doorslikken. Verslikken: dat iets per ongeluk in de luchtpijp terechtkomt.
C
Moeilijk slikken: gebeurt alleen bij warme dranken Verslikken: alleen bij koude dranken.
D
Moeilijk slikken en verslikken betekenen hetzelfde.

Slide 2 - Quiz

Wie voert meestal een slikonderzoek uit?
A
Een ergotherapeut
B
Een arts en psycholoog
C
Een logopedist en/of diëtist
D
Een voedingsassistent

Slide 3 - Quiz

Kan de ergotherapeut helpen bij de zithouding tijdens het eten?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

Waarom wordt het gebruik van een tuitbeker of rietje bij slikstoornissen afgeraden?
A
Omdat het drinken dan te langzaam gaat
B
Omdat ze de snelheid van een slok verhogen, wat verslikken kan veroorzaken
C
Omdat clienten zich er minderwaardig door kunnen voelen
D
Dit wordt niet afgeraden

Slide 5 - Quiz

Wat is géén geschikte voedingskeuze voor iemand met slikproblemen?
A
Aardappelpuree
B
Pudding
C
Gekookte groenten
D
Noten

Slide 6 - Quiz

Wat is een mogelijke psychologische reactie van een cliënt met slikproblemen tijdens de maaltijd?
A
Overmatig praten om de afleiding op te zoeken
B
Vergrote eetlust vanwege het hongergevoel
C
verminderde belastinstelling ten opzichte van voeding
D
Angst of schaamte, wat kan leiden tot sociale terugtrekking

Slide 7 - Quiz

Wat is een voorbeeld van stapsgewijze begeleiding tijdens het eten?
A
Alleen voeding klaarmaken in de keuken
B
Voorzichtig aanwijzingen geven en kleine aanpassingen doen
C
De hele maaltijd voeren
D
De cliënt zelf laten koken

Slide 8 - Quiz

Hoe kun je het beste omgaan met cliënten die moeite hebben om aangepaste voeding te accepteren?
A
De aangepaste voeding ongezien mengen met gewone voeding
B
Cliënten betrekken bij keuze en bereiding, en zorgen voor aantrekkelijke presentatie
C
Alleen het dieet van de arts volgen, zonder overleg met de cliënt
D
Alleen uitleggen waarom het nodig is

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide


Henk is een 56 jarige man met een matig verstandelijke beperking. Henk is gek op eten, waarbij brood zijn favoriet is. Henk neigt naar snel eten, vaak heeft hij binnen 5 minuten drie sneden brood op. Drinken gaat ook snel. Henk heeft een slecht gebit, hij mist ongeveer de helft van zijn tanden en kiezen. De afgelopen 6 maanden heeft begeleiding 2 keer rug- en buikstoten moeten toepassen nadat Henk gestikt is in een stuk vlees. Gelukkig kwam het voedsel los en kon hij weer vrij ademhalen. De arts heeft doorverwezen naar de logopedist voor onderzoek en advies rondom het eten

Slide 12 - Slide

Op welke signalen van verslikken zou je alert kunnen zijn bij Henk?
A
Ongewenst gewichtsverlies
B
Kokhalzen
C
Hoesten
D
Niezen tijdens het eten

Slide 13 - Quiz


Wat zou een advies kunnen zijn van de logopedist?
A
Drinken indikken
B
Proberen Henk af te remmen in het eten, door hem te doseren.
C
Een verzwaarde lepel inzetten
D
Overleg met de tandarts over een passende gebitsprothese.

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide