This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
1.2 Aardbevingen
Slide 2 - Slide
Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen er van kunnen zijn
Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat gevolgen in arme en rijke landen van elkaar kunnen verschillen
Je kunt op een kaart met aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.
Slide 3 - Slide
Lees de inleiding
Vraag:
Wat is de belangrijkste zin van de inleiding?
Slide 4 - Slide
Wat is de belangrijkste zin van de inleiding?
Slide 5 - Open question
Wel begrip past bij het plaatje hiernaast?
A
Stroomgebied
B
Platentektoniek
C
Globalisering
D
Midoceanische rug
Slide 6 - Quiz
Platentektoniek
Weet je het nog?
Slide 7 - Slide
Hoe heette het oercontinent?
A
Europa
B
Wegener
C
Laurazië
D
Pangea
Slide 8 - Quiz
Lijkt Pangea op de huidige aarde?
A
JA
B
Nee
Slide 9 - Quiz
Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De aardkern
C
De mantel
D
Lava
Slide 10 - Quiz
Welke theorie bewees dat de continenten verschuiven?
A
Theorie van Alfred Wegener
B
Theorie van Albrecht Wegener
C
Theorie van Alfred Weg
D
Theorie van Albert Wegener
Slide 11 - Quiz
Lees de Waar en waarom juist daar
Vat de alinea in één zin samen.
Slide 12 - Slide
Vat de alinea in één zin samen. 'Waar en waarom daar"
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Lees
Hoe ontstaan aardbeving?
Maak in je schrift een samenvatting.
Slide 19 - Slide
Maak een foto van je samenvatting.
Slide 20 - Open question
seismologie
Slide 21 - Slide
timer
0:30
Divergent
Convergent
Transform
Slide 22 - Drag question
Welke plaatbeweging is dit?
A
Convergent,
B
Convergent, subductie
C
Divergent
Slide 23 - Quiz
divergent transform convergent /subductie
Slide 24 - Slide
Lees
De gevolgen voor de bewoners
Maak in je schrift een samenvatting.
Slide 25 - Slide
Maak een foto van je samenvatting.
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
https:
Slide 28 - Link
Bij welke plaatbeweging(en) ontstaan zware aardbevingen?
A
transform en divergent
B
convergent en transform
C
divergent
D
divergent en convergent
Slide 29 - Quiz
Vanaf wanneer spreken we van een zware aardbeving?
A
Schaal van Richter: 5
B
Schaal van Richter: 3
C
Schaal van Richter: 9
D
Schaal van Richter: 7
Slide 30 - Quiz
Zeer zware aardbevingen waarbij gebouwen en infrastructuur grotendeels verwoest worden, ontstaan een aardbeving van <?> op de schaal van Richter.
Welk cijfer hoort bij het vraagteken te staan?
A
4
B
8
C
15
D
20
Slide 31 - Quiz
Lichte trillingen die mensen net voelen, ontstaan bij een aardbeving van <a> op de schaal van Richter. Zeer zware aardbevingen waarbij gebouwen en wegen grotendeels verwoest worden, ontstaan bij een aardbeving van <b> op de schaal van Richter.
A
a= 2, b= 8
B
a=4, b= 15
C
a= 4, b=20
D
geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 32 - Quiz
https:
Slide 33 - Link
Waarom ontstaan bij divergente plaatbewegingen lichte aardbevingen?