A1/H1 les 11

Lesdoelen
  • Ik kan het werkwoord zijn (être) en hebben (avoir) vervoegen.
  • Ik weet hoe je een zin ontkennend maakt
  • Ik begrijp de eerste helft van de woorden van section G  
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Lesdoelen
  • Ik kan het werkwoord zijn (être) en hebben (avoir) vervoegen.
  • Ik weet hoe je een zin ontkennend maakt
  • Ik begrijp de eerste helft van de woorden van section G  

Slide 1 - Slide

Les personnes

Slide 2 - Mind map

Geef de juiste vorm van het werkwoord: je (donner)
A
je donne
B
je donnes
C
je donner
D
j'donne

Slide 3 - Quiz

Geef de juiste vorm van het werkwoord: la fille (manger)
A
la fille mange
B
la fille manges
C
la fille manger
D
la fille mangent

Slide 4 - Quiz

Geef de juiste vorm van het werkwoord: tu (chanter)
A
tu chante
B
tu chantes
C
tu chanter
D
tu chantent

Slide 5 - Quiz

Met welke twee woorden maak je een zin ontkennend in het Frans?

Slide 6 - Open question

Etre (zijn)
ik ben: je suis
jij bent: tu es 
Hij/zij/men is: il/elle/on est

Slide 7 - Slide

avoir (hebben)
ik heb: j’ai
jij hebt: tu as 
hij/zij/men heeft: il/elle/on a

Slide 8 - Slide

Ontkenning: ne ... pas (niet/geen)
Om een zin ontkennend te maken, zetten we "ne" vóór de persoonsvorm en "pas" erachter. 
Le loup ne mange pas les cochons.
Let op: "ne" verandert in n' als de persoonsvorm, die er achter staat, met een klinker begint.

 Voorbeeld: Tu as le stylo? Non, je n’ai pas le stylo.
Le loup n'est pas gentil.

Slide 9 - Slide

Maak de zinnen ontkennend
Les garçons courent vite.
Le cochon aime la musique.
Le loup veut entrer.
C'est fantastique.
J'ai parlé en français tout le temps.

Slide 10 - Slide

Questions
Est-ce que tu as un stylo?
Oui, .......j'ai un stylo.......................................
Non, ...........je n'ai pas un stylo ...............................

Est-ce que j'ai un crayon?
Oui, ..........tu as un crayon..................................
Non, ...........tu n' as pas un crayon..................................

Slide 11 - Slide

Questions
Est-ce qu'il a une gomme?
Oui, ..............................................
Non, .............................................

Est-ce que tu es un garçon?
Oui, .............................................
Non, .............................................

Slide 12 - Slide

Questions
Est-ce que je suis une fille?
Oui, .............................................
Non, .............................................

Est-ce qu'elle est gentille?
Oui, .............................................
Non, .............................................

Slide 13 - Slide