22/11 Chapitre 2A/2B

Bienvenue
Aujourd'hui : 22 novembre
C'est mercredi


1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bienvenue
Aujourd'hui : 22 novembre
C'est mercredi


Slide 1 - Slide

Prenez vos affaires:
 vos livres - boek
vos cahiers-  schrift
vos stylos- pen
vos tablettes-  I-pad

Slide 2 - Slide

Regels en uitleg
In de klas zijn we stil. Vragen? Steek je vinger op!
Je spullen leg je op tafel. Iets vergeten? Meld het!
Blijf zitten tot de bel gaat en ga pas inpakken als het mag! Schuif je stoel aan!
Geen mobieltjes en jassen in de klas!!
SCHRIFTEN!!! 



Slide 3 - Slide

Herhaling grammatica
le/la : wanneer?
l': wanneer?
Wanneer gebruik je un of une???

Slide 4 - Slide

Voorbeelden + evt. video
lapin is mannelijk: dus le Lapin: het konijn
een konijn is dus: un lapin
maison: vrouwelijk: dus la maison
een huis: une maison
meervoud: de huizen: les maisons. les lapins

Slide 5 - Slide

Nakijken:
Nakijken eventueel huiswerk 62 5b page 64: 6a, 6b , 7a, 7b
(Word na Kwizl of gezamenlijk)

Slide 6 - Slide

Le tuyau 

tuyau page 65//voor wie het handig vindt
Page 66 :10A:Lezen
10B: Samen maken


Slide 7 - Slide

Chapitre 2B:Lire//Lezen page 66
Buts: je leert een chats-app gesprek over koken begrijpen
je kent woorden die te maken hebben met eten en drinken
je weet hoe je het onderwerp van een tekst kunt vinden

Slide 8 - Slide

Nakijken gemaakte werk

Slide 9 - Slide

Bon appétit
Page 67
Écoute et lisez
Après au traveil: je maakt 10 C page 68
Uitleg: 11A en 11B
11A en 11B 

Slide 10 - Slide

Vocabulaire page 90 A en B luisteren en lezen
Of direct KWIZL.EU

Slide 11 - Slide

Kwizl.eu
De persoonlijke voornaamwoorden en avoir
Deze toets moet je met een voldoende afsluiten!!

2e kans volgende week maandag

Slide 12 - Slide

Klaar??????
Leren vocabulaire A, B (page 90)
De persoonlijke voornaamwoorden (page 48)
Avoir (page 49) 

Slide 13 - Slide

Les devoirs
Het huiswerk:
-meenemen: een schrift, pen, boek en I-pad
Leren (apprendre): Vocabulaire (woorden en zinnen) A en B (page 90) en leer het werkwoord 'Avoir' uit je hoofd (page 55H) en de persoonlijke voornaamwoorden (page 48)
F-N en N-F
Gebruik slim stampen! (beurt/quiz)

Slide 14 - Slide