Tag Questions (klas 1)

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lucas	Sven		Linde	Jenthe		Emma	Morris
Sam	Nyk		Jorrit	Maties		Eva	Lisa
Thijmen	Florian		Nynke	Elise		Tim	Wouter
Yinthe	Lieke		Evelyne	Marin		Fenna	Dieuwke
Abdulrahman	Thijs Jelle		Nils	Levi		Arne	Mathijs
						Docent

Welcome!

Today:

- Homework

- Grammar: tag questions

- Exercises

Homework

DO:

- lesson 1: exc. 1 - 4a,b je doet dit alleen, niet met een groep (p. 136,137)

Study:

- Vocab lesson 2 (p.166)

TAG QUESTIONS - aangeplakte vraag

- Dit zijn korte vragen aan het einde van de zin (he? toch? niet waar?)

- Je gebruikt ze om bevestiging te vragen

- Je gebruikt ze vooral in spreektaal

Your father is a doctor, isn't he?

Hoe maak je een tag question?

1) Herhaal het werkwoord en het pers. voornaamwoord uit de hoofdzin

2) Je draait positief en negatief om

3) je plakt het achter de hoofdzin

Your father is a doctor, isn't he?

Is de hoofdzin positief? Dan is de tag question negatief:

You are from London, aren't you?

Puk has a brother,  doesn't she?

Is de hoofdzin negatief? Dan is de tag question positief:

Sue is not a friend of yours, is she? 

Your mum doesn't like ice, does she?

Wat doe je als er meerdere werkwoorden in een zin staan?

1) staat er een hulpwerkwoord (zoals do, have, can, will, should, could, may etc.) of een vorm van TO BE in de zin?  Herhaal dat werkwoord in de tag question.

Bijv: 

We can play video games tonight, can't we?

          Your sister isn't very tall, is she?

Wat doe je als er meerdere werkwoorden in een zin staan?

2) staat er GEEN hulpwerkwoord in de zin? 

Gebruik dan gewoon een vorm van to do (do/does, don't/ doesn't)

Bijv: 

You know who he is, don't you?

          He has an older sister, doesn't he?

Watch out!

Soms staat er geen persoonlijk voornaamwoord in de hoofdzin maar een naam

Gretsky is a great hockey player.

dan gebruik je alsnog altijd een persoonlijk voornaamwoord in de tag question.

Gretsky is a great hockey player, isn't he?

Watch out!

Het persoonlijke voornaamwoord I heeft een onregelmatige vorm in een negatieve tag question.

I'm a good basketball player, aren't I?

Alleen bij een negatieve tag question!!

Which tag question is correct?
Alec is a great swimmer, .....

1. doesn't he?
2. isn't he?

Which tag question is correct?
You are happy with your choice, .....

1. aren't you?
2. don't you?

Which tag question is correct?
Niels really likes that game, .....

1. doesn't he?
2. isn't he?

Which tag question is correct?
Your mum is a great cook, ......

1. is she?
2. isn't she?

Which tag question is correct?
Nora doesn't do her homework, ....

1. doesn't she?
2. does she?

Vul zelf de juiste tag question in:
They go swimming every morning, ..... (Let op het vraagteken!)

Vul zelf de juiste tag question in:
Mees and Julia aren't at school right now, ..... (Let op het...)

Vul zelf de juiste tag question in:
Hockey is Canada's national sport, ...... (Let op...)

Vul zelf de juiste tag question in:
Frenkie loves to play football, .....

Vul zelf de juiste tag question in:
My friend Ruben owns the cutest dog, ....

Ik kan een tag question maken.

Nee. Best lastig wel!

Nog niet helemaal.

Het gaat wel aardig.

Ja! Ik ken de regels.

Ja! Op gevoel gaat het gewoon goed.

Homework

DO:

- Lesson 2: exc. 4 - 7, 10 (p.139 - 141)

Study

- info on grammar: tag questions (p.167 + any notes you made)