Voorbehoedsmiddelen

Voorbehoedsmiddelen
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Voorbehoedsmiddelen

Slide 1 - Slide

Betrouwbare voorbehoedsmiddelen

Slide 2 - Slide

Zwangerschap voorkomen
Condoom - voorkomt dat zaadcellen bij de eicel komen. Beschermt ook tegen SOA's.
Pil, anticonceptiepleister/ hormoonstaafje - voorkomt dat de eicel rijpt en voorkomt ovulatie. 
Spiraaltje - voorkomt innesteling van het embryo
Sterilisatie - eileiders of zaadleiders doorgesneden

Slide 3 - Slide

Onbetrouwbare methoden
Coitus interruptus - trekt de man zijn penis terug uit de vagina voordat hij klaarkomt. 

Periodieke onthouding - heeft het stel geen geslachtsgemeenschap tijdens de vrichtbare periode. 

Slide 4 - Slide

Wat is de naam van dit voorbehoedsmiddel?
A
De pil
B
Anticonceptiestaafje
C
Spiraaltje

Slide 5 - Quiz

Wordt een gesteriliseerde vrouw nog ongesteld?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Welke voorbehoedsmiddelen zijn zeer onbetrouwbaar?
A
De morningafterpil en het hormoonspiraaltje
B
periodieke onthouding en prikpil
C
periodieke onthouding en coïtus interruptus
D
coïtus interruptus en vrouwencondoom

Slide 7 - Quiz

Kan een gesteriliseerde man nog klaarkomen?
A
Ja, maar er komt dan niks uit de penis
B
Ja, maar er komt dan alleen zaadvocht uit de penis
C
Ja, maar er komt dan sperma met dode zaadcellen uit de penis
D
Nee

Slide 8 - Quiz

Is periodieke onthouding een betrouwbare methode?
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 9 - Quiz

Wat is GEEN voorbehoedsmiddel?
A
Spiraaltje
B
Prikpil
C
Anticonceptiering
D
Zwangerschapstest

Slide 10 - Quiz

Dit voorbehoedsmiddel is ... en beschermt ... tegen SOA's
A
het pessarium, niet
B
het pessarium, wel
C
het condoom, niet
D
het condoom, wel

Slide 11 - Quiz

Periodieke onthouding is een betrouwbare manier van geboorteregeling.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Dit voorbehoedsmiddel is bekend als
A
het spiraaltje
B
sterilisatie
C
het pessarium
D
de nuvaring

Slide 13 - Quiz

Periodieke onthouding
A
Is betrouwbaar, omdat men geen seks heeft op de uitgerekende datum van de eisprong
B
Is betrouwbaar, omdat men geen seks heeft.
C
Is onbetrouwbaar, omdat men geen voorbehoedsmiddelen gebruikt.
D
Is onbetrouwbaar, omdat de datum van de eisprong kan verschillen.

Slide 14 - Quiz

Wat voorkomt de pil?
A
Soa's
B
Voorkomt dat de eicel rijpt
C
Voorkomt innesteling van een embryo

Slide 15 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Hormoonstaafje
B
de pil
C
Prikpil
D
Nuvaring

Slide 16 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel voorkomt op welke manier een zwangerschap?

Slide 17 - Drag question

Voorbehoedsmiddelen voorkomen altijd een zwangerschap
A
Ja, want daar zijn ze tenslotte voor
B
Nee, want als ze verkeerd gebruikt worden werken ze niet

Slide 18 - Quiz

Welke uitspraken over het condoom zijn juist? En welke onjuist?
Juist
Onjuist
Het condoom is een voorbehoedsmiddel dat ook tegen soa's beschermt.
Het condoom is altijd 100% betrouwbaar.
Het condoom voorkomt dat de zaadcellen bij een rijpe eicel kan komen.
Als je twee condooms over elkaar heen gebruikt, ben je beter beschermt.

Slide 19 - Drag question

Wat is een ander woord voor voorbehoedsmiddelen?
A
antiperistaltiek
B
anticonceptie
C
antibiotica
D
antidepressiva

Slide 20 - Quiz

Betrouwbaar
Onbetrouwbaar
Noodmaatregel
Condoom
de Pil
Voor het zingen de kerk uit
Periodieke onthouding
Morning after pil
abortus

Slide 21 - Drag question

Welke van de volgende beweringen over het condoom is juist?
1. Een condoom beschermt tegen zwangerschap
2. een condoom beschermt tegen SOA.


A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Beide beweringen
D
Geen van beide beweringen

Slide 22 - Quiz

Wanneer zal tijdens periodieke onthouding geen geslachtsgemeenschap plaatsvinden?
A
In het begin van de menstruatiecyclus
B
In het midden van de menstruatiecyclus
C
Aan het eind van de menstruatiecyclus

Slide 23 - Quiz

Coïtus interuptus betekent...
A
dat de man zich terugtrekt vlak nadat hij is klaargekomen
B
dat de man zich terugtrekt voordat hij klaarkomt
C
de vrouw goed aangeeft wanneer zij er klaar voor is
D
dat de vrouw aangeeft wanneer de man zich moet terugtrekken

Slide 24 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Mannen Condoom
B
Vrouwen condoom
C
Nuvaring
D
Spiraaltje

Slide 25 - Quiz

Dit voorbehoedsmiddel bevat hormonen.
A
Coïtus Interruptus
B
Condoom
C
De pil
D
Temperatuurmethode

Slide 26 - Quiz

De pil werkt door...
A
Suiker
B
Je speeksel
C
Zetmeel
D
Hormonen

Slide 27 - Quiz

De pil beschermt je…

A
tegen zwangerschap
B
tegen een soa
C
tegen zwangerschap en soa's

Slide 28 - Quiz

Wat voorkomt een condoom?
A
voorkomt zwangerschap
B
voorkomt een soa
C
voorkomt een zaadlozing
D
A en B zijn beide goed

Slide 29 - Quiz

Voorbehoedsmiddelen zijn:
A
middelen die een vrouw laten menstrueren
B
middelen die voor de gezondheid ingenomen worden/ beter worden
C
middelen die een zwangerschap tegen gaan
D
middelen die helpen dat een vrouw zwanger wordt.

Slide 30 - Quiz

Betrouwbaar
Onbetrouwbaar
Pil
Condoom
Spiraaltje
Sterilisatie
Pessarium
Coïtus interruptus
Periodieke onthouding

Slide 31 - Drag question

De pil
Spiraaltje
Condoom

Slide 32 - Drag question

Welk voorbehoedsmiddel voorkomt innesteling van een embryo in de baarmoeder?
A
een condoom
B
de pil
C
het spiraal

Slide 33 - Quiz

Voorbehoedsmiddel die je beschermt tegen soa:
A
De pil
B
Het condoom
C
Het spiraal
D
De prikpil

Slide 34 - Quiz

Wat betekend periodieke onthouding?
A
Voor het zingen de kerk uit
B
Tijdens de vruchtbare periode geen geslachtsgemeenschap
C
De geslachtsgemeenschap onderbreken
D
Dat is een betrouwbare methode van geboorteregeling

Slide 35 - Quiz