Campus 2 Les 17 - Voorzetsels en voorzetselvoorwerpen in een zin onderzoeken

Neem je boek

p. 155.

1 / 48

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Neem je boek

p. 155.

Slide 1 - Slide

p.155

Slide 2 - Slide

Markeer de fouten in hun e-mails en noteer de correcte combinaties bij a.

nrs. 1-11: Thomas

nrs. 12-23: Charlotte

timer

1:30

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

je ogen

sluiten

zich het hoofd breken

paf staan

gek zijn

op de hoogte

zijn

bestand zijn

vat hebben

afkerig zijn

lak hebben

op je hoede

zijn

een beroep

doen

deel

uitmaken

tegen

van

voor

over

aan

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Typ jouw antwoord op de volgende dia.

Slide 13 - Slide

Wat merk je op bij de gekleurde woorden bij oefening 4?

Slide 14 - Open question

p.157

Slide 15 - Slide

Maak oefening 3 p.157.

timer

1:00

Slide 16 - Slide

Vergelijk je antwoorden met je buur.

timer

0:30

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

p.158

Slide 19 - Slide

Welk voorzetsel past in de zin?
De kompasnaald wijst ... het zuiden.

Slide 20 - Open question

Welk voorzetsel past in de zin?
Mijn mama wijst me ... mijn fouten.

Slide 21 - Open question

Welk voorzetsel past in de zin?
Ik kom even terug ... onze afspraken.

Slide 22 - Open question

Welk voorzetsel past in de zin?
Ik verschil vijf jaar ... mijn zus.

Slide 23 - Open question

Welk voorzetsel past in de zin?
Dat verschilt nogal ... prijs!

Slide 24 - Open question

Maak een zin met deze combinatie 'uitkijken voor'.

Slide 25 - Open question

Maak een zin met deze combinatie 'tevreden zijn over'.

Slide 26 - Open question

p.158

Slide 27 - Slide

oefening c

- Ik kijk uit naar de vakantie.

- Ik kijk uit voor de vrachtwagen.

- Ik ben tevreden met mijn rapport.

- Ik ben tevreden over de frietjes op school.

p.158

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Jij bent medeplichtig ... .

Sofie heeft recht ... .

Ik ben onder de indruk ... .

Studenten hebben baat ... .

Boris streeft ... .

met jouw probleem

aan moord

bij regelmaat

voor die functie

aan rust

op extra uitleg

tegen die berg vaat

naar perfectie

van jouw gedicht

Slide 31 - Drag question

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

iemand opzadelen

een beroep doen

commentaar hebben

iemand confronteren

gehecht zijn

aan

met