4.3

H4.3: Reactievergelijkingen kloppend maken
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4.3: Reactievergelijkingen kloppend maken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Atomen geleerd, nu reacties opschrijven!

Atoomsoorten in het reactieschema verwerken

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
1. Je kunt het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking beschrijven.
2. Je kunt de molecuulformule en naam van enkele veelvoorkomende stoffen noteren. 
3. Je kunt reactievergelijkingen kloppend maken. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1. Schrijf het reactieschema van de verbranding van methaan op. Hierbij ontstaan koolstofdioxide en water.

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

2. Zet het reactieschema om in molecuulformules.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Vragen over huiswerk 4.2?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Regels
Stap 1: Noteer de beginstoffen en de eindstoffen
Stap 2: Vervang de namen door molecuulformules
Stap 3: Schrijf de fase achter de molecuulformule (s) (l) (g) (aq)
Stap 4: H O N F Cl I Br
Stap 5: Kloppend maken

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
Volledige verbranding van methaan. Er ontstaat koolstofdioxide en waterdamp. 
Stap 1: Methaan + Zuurstof -> Koolstofdioxide + waterdamp
Stap 2+3 : CH4 (g) + O (g) ->  CO2 (g) + H2O (g)


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stap 4: H O N F Cl I Br
  • CH4 (g) + O (g) -> CO2 (g) + H2O (g)

  • Zuurstof staat alleen en zit in H O N F Cl I Br. Je moet er dus een 2 achter zetten

  • CH4 (g) + O2 (g) -> CO2 (g) + H2O (g)



Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stap 5: Kloppend maken
CH4 (g) + O2 (g) -> CO2 (g) + H2O (g)
                     O2       ->                     H2O (g)

Links en rechts van de pijl staan nu dezelfde hoeveelheid atomen

CH4 (g) + 2 O2 (g) -> CO2 (g) + 2 H2O (g)


Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Formule
CH4(g)+2O2(g)>CO2+2H2O(g)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefenen
1. Water wordt ontleedt in waterstof en zuurstof
2. Stikstof en waterstof vormen samen ammoniak (NH3)
3. Natrium en chloor reageren tot natriumchloride (NaCl)

timer
15:00

Slide 12 - Slide

1. 2 H20 (l) -> 2H2 (g) + O2 (g)
2. N2 (g) + 3H2 (g) -> 2NH3 (l)
3. 2 Na (s) + Cl2 (g) -> 2NaCl (s)

Maak opgaven 1 t/m 5

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

CSI

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
1. Je kunt het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking beschrijven.
2. Je kunt de molecuulformule en naam van enkele veelvoorkomende stoffen noteren. 
3. Je kunt reactievergelijkingen kloppend maken. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions