Semana 38 - Conocer a gente nueva

• Spaans
• WO
• Studiejaar 1

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo frases para presentarme leer ik zinnen om mezelf voor te stellen

2. ...aprendo frases para conocer a otras personas leer ik zinnen waarmee ik andere mensen leer kennen

3. ...repaso los números 0-10 herhaal ik de getallen 0-10

Presentarte Jezelf voorstellen

Hoe kun je iets vertellen over jezelf? Denk terug aan de eerste les en kijk naar LT p 18-20. Wat kun je nog meer vertellen?

Presentarte Jezelf voorstellen

Me llamo Ik heet...

Tengo ... años Ik ben ... jaar

Mi cumple es el... Ik ben jarig op...

Soy de ... Ik kom uit...

Vivo en ... Ik woon in...

Mi número de teléfono es el... Mijn telefoonnummer is...

Mi correo electrónico es... Mijn e-mailadres is...

LT p 20

Los números 0-10

¿Cuál es tu número de móvil?

Presentar a otra persona Iemand anders voorstellen

Als je informatie geeft over iemand anders (of die info krijgt), verandert het werkwoord (hij-vorm!). 

Soms verandert niet het werkwoord, maar het bezittelijk voornaamwoord (Mijn / Haar telefoonnummer is...).

Presentar a otra persona Iemand anders voorstellen

Se llama Hij/zij/hen heet...

Tiene ... años Hij/zij/hen is ... jaar

Su cumple es el ... Zijn/haar/hun verjaardag is op...

Es de ... Hij/zij/hen komt uit...

Vive en ... Hij/zij/hen woont in...

Su número de teléfono es el... Zijn/haar/hun telefoonnummer is...

Su correo electrónico es... Zijn/haar/hun e-mailadres is...

¡Manos a la obra! Aan het werk!

Lees de blokjes aan de rechterkant van LT p 20. Maak daarna opdracht 1 en 2. Over 10 minuten kijken we die samen na.

Klaar? Ga alvast bezig met het huiswerk: LE p 6-7 ejs 9,1,2,3.

Deberes Huiswerk

- maken én nakijken: LE p 6-7 ejs 9,1,2,3

- leren: voca LT 129 blokje '¡En marcha!'

LE 7/3

¡Hasta luego!

Objetivos Doelen

En esta clase... In deze les...

1. ...aprendo preguntas para conocer a gente leer ik vragen waarmee ik mensen kan leren kennen

2. ...aprendo los días de la semana y los meses del año leer ik de dagen van de week en de maanden van het jaar

3. ...vamos a crear un calendario maken we en kalender 

Pedir información Informatie vragen

Wat moet je doen als je een ander wil leren kennen? 

Welke vragen kun je stellen? 

Welke vraagwoorden heb je nodig?  Denk aan de vorige les.

In welke vorm moet je de werkwoorden zetten?

Pedir información Informatie vragen

¿Cómo te llamas? Hoe heet je?	- Me llamo Ik heet...
¿Cuántos años tienes? Hoe oud ben je?	- Tengo ... años Ik ben ... jaar
¿Cuándo es tu cumple? Wanneer ben je jarig?	- Mi cumple es el ... Mijn verjaardag is op...
¿De dónde eres? Waar kom je vandaan?	- Soy de ... Ik kom uit...
¿Dónde vives? Waar woon je?	- Vivo en ... Ik woon in...
¿Cuál es tu número de teléfono? Wat is je telefoonnummer?	- Mi número de teléfono es el... Mijn telefoonnummer is...
¿Cuál es tu correo electrónico? Wat is je e-maildres?	- Mi correo electrónico es... Mijn e-mailadres is...

Los números 0-31

Los días de la semana

Los meses y las estaciones del año

invierno

primavera

verano

otoño

La fecha De datum

el + [dag] + de + [maand]

> el 1 de enero

> el 23 de julio

Hoy es miércoles, el veintiuno de septiembre.

Deberes Huiswerk

- maken: LE p 8-9 ejs 4,5,6,7

- leren: LT p 26 A rijtjes llamarse, ser en tener

¡Hasta luego!

El calendario de la clase

1. Vertel wanneer jouw verjaardag is, in het Spaans. 

2. Werk in groepjes van 4/5. Maak een kalender met de verjaardagen en andere 

feestdagen.