Hoofdstuk 9.3 - Transformator - Les 1

Welkom bij NASK
Klas 4 Kader

Hoofdstuk 9.3 - Transformator

1 / 11
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij NASK
Klas 4 Kader

Hoofdstuk 9.3 - Transformator

Slide 1 - Slide

Transformator
Om de spanning te veranderen gebruik je een transformator.

Slide 2 - Slide

Transformators in huis
Uit het stopcontact komt een 
spanning van 230 V (INPUT). 

Een laptoplader maakt daar 20 V (OUTPUT) van.
Een telefoonlader maakt daar 5 V (OUTPUT) van. 

Voorbeelden:
TV's, Acculaders, huishoudelijke apparaten, speelgoed

Slide 3 - Slide

Hoe werkt een transformator?
Primaire spoel:
Deze is aangesloten op wisselspanning en wordt een elektromagneet.
Door de wisselspanning veranderen de noordpool en zuidpool steeds. 

Via de ijzeren kern komt het 
wisselende magnetisch veld 
in de secundaire spoel.

Slide 4 - Slide

Hoe werkt een transformator?
Secundaire spoel:
Deze ontvangt een steeds wisselend magnetisch veld.
Hierdoor ontstaat er een inductiespanning

Slide 5 - Slide

Hoe werkt een transformator?
De verandering van spanning hangt af van het verschil in het aantal windingen van beide spoelen.

Is het aantal windingen bij de 
secundaire spoel 2x zo klein, 
dan wordt de secundaire spanning
ook 2x zo klein.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Oefenvraag 1
Op een transformator met Np=500 en Ns=100 wordt een primaire spanning van 50,0 V aangesloten. Hoe groot is de secundaire spanning?

  1. Gegeven          Np = 500      Ns = 100     Up = 50 V
  2. Gevraagd         Us
  3. Formule           Up : Us = Np : Ns
  4. Berekening     50 : Us = 500 : 100   
                                  50 : Us = 5   
                                  50 : 5 = 10
  5. Antwoord        Us = 10 V
 

Slide 8 - Slide

Oefenvraag 2
De primaire spoel van een iPhone-lader heeft 1000 windingen en ontvangt een wisselspanning van 230 V. De output van de lader is 5 V. Bereken het aantal windingen in de secundaire spoel. 

  1. Gegeven          Np = 100      Up = 230 V    Us = 5 V
  2. Gevraagd         Ns
  3. Formule           Up : Us = Np : Ns
  4. Berekening     230 : 5 = 1000 : Ns   
                                 46 = 1000 : Ns  
                                 1000 : 46 = 21,7
  5. Antwoord        Ns = 22 windingen
 

Slide 9 - Slide

Nu mogen jullie oefenen!
Maak opdracht 5, 6 en 9. (bladzijde 102)

Over 5 minuten bespreken we de antwoorden.
Eerder klaar: 
Maak dan paragraaf 9.3 - Opdrachten 1 t/m 10

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
Hoofdstuk 9.3
Opdrachten 1 t/m 10

Slide 11 - Slide