internationale handel

Export is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Export is
A
Het uitvoeren van binnenlandse producten
B
In eigen land producten kopen.
C
Het invoeren van buitenlandse producten
D
In eigen land producten verkopen

Slide 1 - Quiz

Wat is export?
A
Uitvoer
B
Invoer

Slide 2 - Quiz

Bij meer export
A
daalt de werkgelegenheid
B
stijgt de werkgelegenheid

Slide 3 - Quiz

Export is.........
A
Het verkopen van producten aan het buitenland
B
Het inkopen van producten aan het buitenland

Slide 4 - Quiz

Invoer = export
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

Wat is een voordeel voor de consument van import?
A
De omzet van de winkels stijgt.
B
Er is meer werkgelegenheid in de winkels.
C
Er is minder keus in de winkels.
D
Veel producten worden goedkoper.

Slide 6 - Quiz

Wat is import?
A
Handel waarbij het ene goed geruild wordt met een ander goed.
B
Een andere benaming voor BBP.
C
Het kopen van producten uit een ander land.
D
Het verkopen van producten aan een ander land.

Slide 7 - Quiz

Wat zijn voordelen van import voor de consument?

A
hogere prijzen
B
meer keuze

Slide 8 - Quiz

Wat is import?
A
Goederen worden uitgevoerd.
B
Goederen worden ingevoerd.

Slide 9 - Quiz

Wat zijn voordelen van import voor de consument?
A
Meer concurrentie, dus goedkopere producten.
B
Minder concurrentie, dus goedkopere producten.

Slide 10 - Quiz