Werken in de logistiek

Werken in de logistiek
1 / 43
next
Slide 1: Slide
LogistiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 43 slides, with text slides and 9 videos.

Items in this lesson

Werken in de logistiek

Slide 1 - Slide

Hoofdstukken

De volgende hoofdstukken in Moodle kunnen je helpen bij dit project: 

Logistiek
Meer over logistiek
Samenwerken
Veilig werken
Interne transportmiddelen, opslagmiddelen en ladingdragers

Slide 2 - Slide

H1. Logistiek
Handel: het kopen en weer verkopen van producten.

Schakels in de handelsketen: 
  • Producent
  • Groothandel
  • Detailhandel
  • Consument

Slide 3 - Slide

H1. Logistiek
Bedrijfskolom: de weg die goederen afleggen van producent tot eindgebruiker. 

Bedrijfstak: een schakel uit een bedrijfskolom. 

De lengte van een bedrijfskolom kan per product verschillen. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

H1. Logistiek
Exportbedrijf: verkoopt goederen aan het buitenland.

Importbedrijf: koopt goederen in in het buitenland.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

H1. Logistiek
Logistiek houdt zich bezig met alle activiteiten die worden uitgevoerd bij het begeleiden van de goederenstroom. 


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

H1. Logistiek
Schakels in de logistiek:
  • Aanvoer
  • Productie
  • Opslag
  • Distributie

Transport en informatiebeheer zijn bijzondere schakels.

Slide 10 - Slide

H1. Logistiek
Externe goederenstroom: van het ene naar het andere bedrijf. 
Interne goederenstroom: van ontvangst naar expeditie (in een bedrijf). 

Interne goederenstroom bestaat uit: 
Ontvangst         Omslag          Expeditie
Inslag                  Uitslag

Slide 11 - Slide

H1. Logistiek
Er zijn verschillende soorten logistieke bedrijven:

  • Groothandelsbedrijf: schakel tussen fabrikant en winkel.
  • Distributiecentrum: centraal magazijn. 
  • Logistieke dienstverlener: leverancier van logistieke diensten aan bedrijven. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

H2. Meer over logistiek
De groothandel is een schakel in het distributiekanaal. 

Het distributiekanaal kan variëren in breedte: 
Intensieve distributie: zo veel mogelijk verkooppunten.
Selectieve distributie: per geografisch gebied enkele verkooppunten.
Exclusieve distributie: per geografisch gebied één verkooppunt

Slide 16 - Slide

H2. Meer over logistiek
Groothandels kunnen van elkaar verschillen op: 
  • Bedrijfsgrootte
  • Branche
  • Assortiment
  • Plaats van inkoop en verkoop
  • Produceren en bewerken van goederen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

H2. Meer over logistiek
Logistiek management is het managen van de totale goederenstroom, van inkoop tot aflevering bij klant. 

Material management: beheersing van het productieproces van goederen. 
Fysiek distributiemanagement: beheersing van de goederenstroom van eindproduct tot aan de klant. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

H2. Meer over logistiek
Exporteren is het verkopen van goederen aan het buitenland. 

Directe export: bedrijf verkoopt zelf.
Indirecte export: bedrijf ver koopt via derden. 
  • Handelsagent
  • Handelshuis
  • Importeur

Slide 21 - Slide

H2. Meer over logistiek
Bijzondere manieren van indirecte export:
Piggy-back: distributiekanalen gebruiken van een ander bedrijf.
Joint-selling: bedrijven uit verschillende landen gebruiken elkaars distributiekanalen. 
Franchising: formule van een buitenlands bedrijf gebruiken.
Licentiecontract: in licentie geven van productie aan buitenlands bedrijf. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

H3. Samenwerken
Je beroepshouding is je houding ten opzichte van: 
  • Collega's
  • Leidinggevende
  • Chauffeurs
  • Leveranciers
  • Bedrijf

Slide 24 - Slide

H3. Samenwerken
Huisregels zijn de regels in het bedrijf waar iedereen zich aan moet houden. 
Het zijn regels voor het personeel en voor bezoekers. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

H3. Samenwerken
Communicatie is het overbrengen van informatie van de ene persoon naar de ander. 

Onderdelen van communicatie zijn: 
  • Zender
  • Boodschap
  • Ontvanger

Slide 27 - Slide

H3. Samenwerken
Vormen van communicatie: 
  • Intern of extern
  • Één- of tweezijdig
  • Formeel of informeel
  • Verbaal- en non-verbaal

Slide 28 - Slide

H3. Samenwerken
Feedback is een positieve of negatieve inhoudelijke reactie op iemands functioneren. 

Hoe reageer je op feedback? 
  • Je luistert naar wat er wordt gezegd. 
  • Je vraagt hoe je het beter kan doen. 
  • Je denkt na over wat er is gezegd. 
  • Je komt er eventueel later op terug.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

H4. Veilig werken
Om veilig te werken moet jij je aan de regels van het bedrijf houden en gebruik maken van hulp- en beschermingsmiddelen. 

Slide 31 - Slide

H4. Veilig werken
Bij veilig werken is ook een goede werkhouding belangrijk.

  • Let op een rechte rug. 
  • Zorg dat je overal goed bij kunt komen. 
  • Gebruik hulpmiddelen op de juiste manier .
  • Til niet te zwaar. 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

H4. Veilig werken
Gebruik altijd de PBM's (persoonlijke beschermingsmiddelen) die het bedrijf verstrekt. 

Denk hierbij bijvoorbeeld aan: 
  • Gehoorbescherming
  • Veiligheidshelm
  • Veiligheidsschoenen.

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

H5. Interne transportmiddelen
Je kunt transportmiddelen inzetten voor: 
Intern transport: transport in het magazijn.
Extern transport: goederenvervoer buiten het bedrijf. 

Slide 37 - Slide

H5. Interne transportmiddelen
Rijdende interne transportmiddelen kun je in verschillende groepen opdelen: 
  • Horizontaal/niet heffend: verplaatsen zonder heffen. 
  • Verticaal/heffend: verplaatsen en heffen. 
  • Eendimensionaal: alleen heen en weer bewegen. 
  • Tweedimensionaal: heen en weer en op en neer bewegen. 
  • Stationair: staat op een vaste plek, brengt goederen naar je toe. 

Slide 38 - Slide

H5. Interne transportmiddelen
Voorbeelden van rijdende transportmiddelen voor horizontaal transport: 
  • Steekwagen
  • Magazijnwagen
  • Pallettruck
  • Elektropallettruck
  • Platformtruck
  • Trekker
  • Motorlaadschop
  • AGV

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video

H5. Interne transportmiddelen
Voorbeelden van rijdende transportmiddelen voor verticaal transport: 
  • Stapelaar
  • Meeneemstapelaar
  • Reachtruck
  • Vierwegtruck
  • Orderverzameltruck
  • Vorkheftruck
  • SBA
  • Hoogbouwtruck
  • Zijlader
  • Takel

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

H5. Interne transportmiddelen
Voorbeelden van stationaire transportmiddelen:
  • Glijgoot
  • Rollerbaan
  • Wieltjesbaan
  • Bandentransporteur
  • Lattentransporteur
  • Luchtkussentransporteur
  • Vloerkettingtransporteur
  • Hangbaan

Slide 43 - Slide