Gerund, can/can't

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Welcome class

Today's program

- Gerund

- Can/Can't

- Speaking

- Exercise

Gerund 

Verb + ing

 a verb (ww) + ing = noun (zelfstandig naamwoord)

We call this: the gerund

shop (verb) + ing = shopping (noun)               = gerund

game (verb) + ing = gaming                                  = gerund

eat (verb) + ing = eating                                            = gerund 

Een gerund is het hele werkwoord + ing dat als zelfstandig naamwoord wordt gebruikt. Je gebruikt de gerund:

1. als onderwerp van een zin.

Bedenk een ander voorbeeld waarbij je de gerund als onderwerp in een zin gebruikt.

Smoking is bad for your health.

Roken in slecht voor je gezondheid.

When?

Je gebruikt de gerund (ww+ing:

• Als zelfstandig naamwoord
• na ww die een mening uitdrukken (hate/ like/ love/enjoy)
• na deze ww start/ begin/ continue/ stop

Can/Can't

Je gebruikt can om te zeggen dat iemand iets kan.

Je gebruikt can't / cannot om aan te geven dat iemand iets niet kan.

Let op: cannot schrijven we AAN ELKAAR!

Om vragen te maken zet je can vooraan in de zin.

Can/Can't

I can dance.

I can't dance / I cannot dance.

Can I dance?

Yes, I can.

No, I can't.

Can/Can't interview

Werk in tweetallen, stel elkaar vragen zoals:

– Can you swim?

– Can you cook?

– Can you ride a bike?

– Can you speak another language?

Antwoord:

– Yes, I can.

– No, I can’t.

Extra? Geef uitleg: “Yes, I can play guitar. I play every weekend.”

Daarna: vertel 3 dingen over je partner

Gerund: What do you enjoy doing?

Werk in tweetallen

Vertel elkaar wat je leuk vindt (of juist niet)

Gebruik deze zinnen:

– I like…

– I love…

– I hate…

– I enjoy…

Gebruik een -ing vorm (gerund):

I love dancing.

Extra? Leg uit waarom! “I enjoy swimming because it relaxes me.”

Exercises

Make exercise 49-50

Unit 5, lesson 4

Answers at the end of the lesson.