Dag 2 - T9 - Uiterlijk - Roze

Woordenschat
Thema 9:  Uiterlijk - DAG 2
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
Thema 9:  Uiterlijk - DAG 2

Slide 1 - Slide

woorden van vandaag
  1. dik(ke)
  2. de discussie
  3. donker(e)
  4. de dood
  5. de duim
  6. dun(ne)


Slide 2 - Slide

dik(ke) (bnw)
  • iemand met veel vet 
  • zin: De man is heel dik, omdat hij te veel snoep eet.

  • met veel ruimte tussen de ene en de andere kant
  • zin: Ik trek een dikke jas aan. Het is buiten koud.
7

Slide 3 - Slide

de discussie (znw)
  • gesprek tussen mensen met verschillende meningen 

  • de discussie - de discussies

  • zin: Zij hebben een discussie over de film.
8

Slide 4 - Slide

donker(e) (bnw)
  • er is weinig of geen licht

  • zin: In de nacht is mijn kamer donker.
  • zin: Ik heb een donkere trui aan.
9

Slide 5 - Slide

de dood (znw)
  • einde van het leven 
  • verdrietig

  • zin: De man was lang ziek. Nu is hij dood.
  • zin:  Mijn poes is gisteren dood gegaan en daarom ben ik nu heel verdrietig.
10

Slide 6 - Slide

de duim (znw)
  • korte, dikke vinger aan de zijkant van je hand
  • de duim - de duimen 

  • zin: Ik heb een dikke duim.
  • zin: Ik heb met een mes in mijn duim gesneden.
11

Slide 7 - Slide

dun(ne) (bnw)
  • iemand met weinig vet 

  • zin: Zij is heel dun, omdat zij te weinig eet.

  • met een kleine afstand tussen de ene en de andere kant
  • zin: Ik heb een dunne jas aan, omdat het buiten warm is.
12

Slide 8 - Slide

7 + 12
Wat hoort bij elkaar?
dun
dik

Slide 9 - Drag question

8
Waar heb jij soms discussie over?

Slide 10 - Mind map

Ik leef.
Dus ik ben niet ...
9
A
doot.
B
doodt.
C
dodt.
D
dood.

Slide 11 - Quiz

Maak een goede zin.
Met de woorden: hebben en duimen.
10

Slide 12 - Open question

9
Wat hoort bij elkaar?
donker
nacht
dag
zwart

Slide 13 - Drag question