Argumenteren 4V les 6

di. 21 feb. - 4V3 - 5e uur
  • Uitleg bij H2.4 → Aanvaardbaarheid van argumentatie
  • Zelfstandig werken: oefenproefwerk
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

di. 21 feb. - 4V3 - 5e uur
  • Uitleg bij H2.4 → Aanvaardbaarheid van argumentatie
  • Zelfstandig werken: oefenproefwerk

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Aan het einde van de les weet je hoe je de aanvaardbaarheid van argumentatie kunt bepalen in betogende en beschouwende teksten.

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Bestudeer §4 Aanvaardbaarheid van argumentatie blz. 21-22

Slide 3 - Slide

opdracht 12
dracht 12 Een land of cultuur zie ik als een pot groentesoep die eeuwig in bereiding is en waarvan soms wordt geproefd. Je kunt er ingrediënten aan toevoegen en de soep smaakt voor de een beter, voor de ander minder. Er komt echter een moment waarop het niet verstandig is om nog meer van een ingrediënt toe te voegen. De soep verliest zijn karakter of is zelfs ronduit mislukt. Dat de soep er is, kan niemand ontkennen, maar niemand vindt hem nog lekker. = E verkeerde vergelijking Dat de soep er is, kan niemand ontkennen = A bespelen van het publiek
Opdracht 13 Alle eigenwoningbezitters (= D overhaaste generalisatie) zijn egoïstische, kleinzielige 
Opdracht 12

Een land of cultuur zie ik als een pot groentesoep die eeuwig in bereiding is en waarvan soms wordt geproefd. Je kunt er ingrediënten aan toevoegen en de soep smaakt voor de een beter, voor de ander minder. Er komt echter een moment waarop het niet verstandig is om nog meer van een ingrediënt toe te voegen. De soep verliest zijn karakter of is zelfs ronduit mislukt. Dat de soep er is, kan niemand ontkennen, maar niemand vindt hem nog lekker. = E verkeerde vergelijking 
Dat de soep er is, kan niemand ontkennen = A bespelen van het publiek

Slide 4 - Slide

Opdracht 13 

Alle eigenwoningbezitters (= D overhaaste generalisatie) zijn egoïstische, kleinzielige lieden met hun geklaag (= E persoonlijke aanval)


Slide 5 - Slide

Opdracht 14 
Wie niet ziet dat de herinneringskunst van een vader die zijn verongelukte zoon herdenkt tegelijk ook scheppingskunst is en dat Tonio een intiem verhaal is dat een openbaar verhaal wordt omdat de vader een groot schrijver is (= A bespelen van het publiek), die zou je met alle 633 pagina’s om de oren willen slaan.
 

Slide 6 - Slide

Opdracht 15 

Je kunt een bloem niet laten bloeien door aan de knop te trekken. Dan gaat hij stuk en heb je niets. = D onjuiste vergelijking 

Slide 7 - Slide

Opdracht 16

Mensen die beweren dat 11/9 een gewone aanslag was, alleen wat groter, begrijpen niet waarover ze het hebben. = A bespelen van het publiek 

Slide 8 - Slide

Opdracht 17 

Wat is erger, (vraagt Ten Broeke retorisch): iemand die dik is en ongelukkig, of iemand die na jarenlang diëten net zo dik is en nog ongelukkiger? = D vals dilemma 

Slide 9 - Slide

Opdracht 18 

De omzet van het boekenvak kan meer dan verdubbelen. Je bereikt voor hetzelfde geld een veelvoud aan lezers en zal er alleen maar meer gelezen worden in plaats van minder. = C overdrijven van de voor- of nadelen 

Slide 10 - Slide

Uitleg bij hoofdstuk 2.4 → Aanvaardbaarheid van argumentatie

Slide 11 - Slide

Welke drogreden vind je nog lastig?

Slide 12 - Mind map

Zelfstandig werken
Maak opdracht 19 blz. 22 t/m 25 
Dit is het oefenproefwerk --> huiswerk voor donderdag 23/2


Let op!!
  • Op de toets moet je wel zelf de blokjesschema’s bedenken en tekenen.
  • De lay-out van de tekst bij opdracht 19 is wat ongelukkig. Je moet de linkerkolom op p. 24 en 25 achter elkaar doorlezen. Vervolgens doe je dat met de rechterkolom.

Slide 13 - Slide