16.6 en afronding hoofdstuk

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 6

Lesopzet 1

1. vragen tot en met 40 van 16.5? (HUISWERK) en v2016-II vraag 15 en 16

2. lezen 16.6 pagina 83, 84 en 85

3. maken opgave 43

4. mefr extra toetsopgave: estervorming van ethylpropanoaat met behulp van lewisstructuren en verplaatsen van electronenparen aan de linkerkant van de pijl

5. Toepassing vraag 1 t/m 10 (pagina 87 en 88) - Uitleg vraag 8 en 9 wat gebeurt er als de structuurformule NIET overeenkomt met de VSEPR - repulsion!

6. SCHRIJVEN OP TOETSEN MAG BIJ SCHEIKUNDE! Vergeet nooit een bijlage in te leveren! Zet je naam daarop. 

7. Opgave SCHEIKUNDE OLYMPIADE! De teller staat op 6!

Lesopzet 2

1. vragen tot en met 43 en toepassing? Toepassing vraag 7

2. practicum 2 (enkel de analyse) 

3. uitleg gaschromatografie - polair en apolair - type opgaven

4. Huiswerk voor maandag toepassing 1 t/m 10! Opnieuw 1 t/m 10!

5. Extra chemisch rekenen twee opgaven! (Thomas en Femke!)

6. Examenopgave V2024-I vraag 17 tot en met 21

EXTRA:

Zie opgaven studiewijzer voor de laatste week!

Laatste vrijdag voor de herfst

1.Examenopgaven klassikaal nakijken - mef legt uit

2.Rekenopgaven nakijken - op het bord - kijk naar elkaar!

3.Testopdracht 6,7 en 8 van H15 en opgave 41 vragen?

4.Extra: toepassingopgaven van hoofdstuk 15 pagina 57, 58 en 59. Extra oefeningen. NU: maken vraag 5, 6 en 7 (pagina 58)

4a. Extra rekenopgave - daar is ie weer!

5.T6.1  op 31/10/25 om 10.45 uur

6.Les na de vakantie op 27/10 kun je nog vragen stellen!

7.Crack en chemie

8.Leve de vakantie en succes met de voorbereiding van T6.1

Twee rekenopgaven

Opgave 1

Een medicament bevat 1,25 massa-ppm natriumionen. Een patient slikt 4 tabletten van 1,50 gram per stuk. De patient heeft 5,8 liter bloed. Ga ervan uit dat er voor het slikken van het medicament geen natriumionen in het bloed zaten. Bereken de concentratie natiumionen in het bloed. Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers.

Opgave 2

Thomas lost 22,3 gram natriumhydroxide (NaOH) op in 250 mL water. Bereken de pH als geldt dat de pKw = 13,50. Geef je antwoord in het juiste aantal significante cijfers

Een sommetje

Lyne bestudeert een eiwit. Het is weer zover. In het eiwit is de massaverhouding tussen cysteïne en glycine 1:7. Bereken in welke molverhouding deze aminozuren in dit eiwit zitten.

Lesplan laatste les!

1.  WELKOM

2. Hoofdstuk 15 en 16 bij langs en aandachtspunten - micro

3. Pagina 58 maken en nakijken 8 t/m 13

4. Klaar: 14 en 15

5. T6.1: bij alle opgaven en extra oefeningen van H15 en 16 langs.