7/10/20

Today
1. Homework check: exc. 12 t/m 15  & Practise more, lesson 1 
2. Grammar
- Uitleg: Present perfect & bezittelijke voornaamwoorden
3. Phrases lesson 2
4. (Home)work! 
5. Rounding up
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Today
1. Homework check: exc. 12 t/m 15  & Practise more, lesson 1 
2. Grammar
- Uitleg: Present perfect & bezittelijke voornaamwoorden
3. Phrases lesson 2
4. (Home)work! 
5. Rounding up

Slide 1 - Slide

Doelen
1. Je weet hoe je de present perfect moet gebruiken en wat dat is. 
2. Je weet wat bezittelijke voornaamwoorden zijn. 
3. Je hebt goed meegedaan!

Slide 2 - Slide

1. Homework check

Exc. 12 t/m 15
Open p. 55

Gemaakt? Ik controleer... jullie houden het volume laag

Samen nakijken: exc. 13/14/15
Tijdens nakijken:
- vinger opsteken als je iets wil zeggen, het is dus stil
- we luisteren naar elkaar
- je aandacht is vóór in de klas



timer
8:00

Slide 3 - Slide

Grammar: present perfect
- ik leg uit, jullie maken aantekeningen-
Afspraken: 
- Als je iets wil zeggen, steek je je hand op.
- Je luistert en bent dus stil
- Je schrijft mee in je schrift

Slide 4 - Slide

2. Grammar: present perfect
Neem deze zinnen over in je schrift:

  • I have seen that movie before.
  • We have listened to that recording. 
  • She has played football for three years. 
  • He has taken the dog out. 


Slide 5 - Slide

Wat hebben deze zinnen met elkaar gemeen?
I have seen that movie before.
We have listened to that recording.
She has played football for three years.
He has taken the dog out.

Slide 6 - Open question


Kijk maar: 

I have seen that movie before.
We have listened to that recording. 
She has played football for three years. 
He has taken the dog out. 
Present perfect:


  • Als er niet precies in de zin staat wanneer iets was. (Dat is niet belangrijk.)


  • I / you / we / they --> HAVE + voltooid deelwoord
  • He/she/it --> HAS + voltooid deelwoord


  • LET OP --> onregelmatige werkwoorden hebben hun eigen vorm

  • Waarom?
  • Hoe?

Slide 7 - Slide

(-) ontkennend:

  • I have seen that movie before.
  • (-) I have not seen that movie before.

  • He has taken the dog out. 
  • (-) He has not taken the dog out.

  • Has / have + not + voltooid deelwoord (hasn't / haven't)
(?) vragend:


  • (?) Have I seen that movie before?


  • (?) Has he taken the dog out? 


  • Has / have + onderwerp (wie) + voltooid deelwoord

Slide 8 - Slide

Vul in:
My teacher .... the present perfect. (explain)

Slide 9 - Open question

2. Grammar: bezittelijke voornaamwoorden

Wanneer je wil vertellen dat iets van iemand is.

--> Open your books, p. 76
Waarom?

Slide 10 - Slide

4. Homework, Tuesday, Oct. 13th

Maken: 
  • exc. 16 t/m 18              (Workbook: p.57-p.58) 
  • Unit 2, Clip time (online)
  • Unit 2, lesson 3: exc. 23 t/m 27 (online)
    Let op: als je niet online kunt werken, staan de luisterfragmenten voor je klaar in Classroom en werk je dus in je boek!

WORK!

In stilte
Muziek mag
Chromebook op een kier

Slide 11 - Slide

5. Rounding up:
Waarom moet je de present perfect gebruiken en waar moet je op letten?

Slide 12 - Open question