Duits 1e en 4e naamval herhaling

1e en 4e naamval
Grammatik
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

1e en 4e naamval
Grammatik

Slide 1 - Slide

Goed onthouden!
   1e naamval = onderwerp
   4e naamval = lijdend voorwerp

                               

Slide 2 - Slide

Uit je hoofd leren!
   mannelijk   vrouwelijk    onzijdig   meervoud
1e   der Mann     die Frau    das Kind   die Kinder
4e  den Mann    die Frau    das Kind   die Kinder

1e   ein Mann        eine Frau   ein Kind    meine Kinder
4e  einen Mann   eine Frau   ein Kind    meine Kinder

Slide 3 - Slide

der- Gruppe
Deze woorden gaan net zoals “der”;

dies- jen- jed- manch- solch- welch- all-

bijvoorbeeld: Ich sehe den Ball. Of: Ich sehe jeden Ball.


Slide 4 - Slide

Ein- Gruppe
Deze woorden gaan net zoals "ein":

mein-, dein- ,sein- ,ihr- ,unser- ,euer- ,ihr- ,Ihr-

Dus: is het "einen Pullover", dan kan het ook met het woord "dein"........
namelijk: "deinen Pullover"

Slide 5 - Slide

Als een zinsdeel onderwerp van de zin is, gebruik je ...
A
De 1e naamval
B
De 2e naamval
C
De 3e naamval
D
De 4e naamval

Slide 6 - Quiz

Als een zinsdeel lijdend voorwerp van de zin is, gebruik je ...
A
De 1e naamval
B
De 2e naamval
C
De 3e naamval
D
De 4e naamval

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste naamvallen in:
D... Mann sieht d... Kind
A
Die Mann, das Kind
B
Der Mann, die Kind
C
Der Mann, das Kind
D
Die Mann, den Kind

Slide 8 - Quiz

Vul de juiste naamvallen in:
D... Frau sieht d... Mann
A
Die Frau, das Mann
B
Der Frau, die Mann
C
Die Frau, der Mann
D
Die Frau, den Mann

Slide 9 - Quiz

Vul de juiste naamvallen in:
D... Kinder sehen d... Frau
A
Die Kinder, das Frau
B
Die Kinder, die Frau
C
Das Kinder, der Frau
D
Das Kinder, die Frau

Slide 10 - Quiz

Plusopdracht:
Vul de juiste naamvallen in:
D... Junge sieht d... Hund
A
Der Junge, den Hund
B
Das Junge, der Hund
C
Der Junge, der Hund
D
Den Junge, den Hund

Slide 11 - Quiz

In deze les heb ik ..... geleerd.
A
niets nieuws
B
een beetje
C
best wel wat
D
best veel

Slide 12 - Quiz

Over dit onderwerp weet ik...
A
nog bijna niets
B
Nog niet genoeg
C
Denk ik wel genoeg
D
Volgens mij alles

Slide 13 - Quiz