SO Toets economie Hoofdstuk 8.1 t/m 8.3

SO TOETS VMBO 
HFDSTK 8.1 t/m 8.3
2Kader
  • Lees eerst de vragen
  • Vul daarna de antwoorden in
  • Veel succes

1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

SO TOETS VMBO 
HFDSTK 8.1 t/m 8.3
2Kader
  • Lees eerst de vragen
  • Vul daarna de antwoorden in
  • Veel succes

Slide 1 - Slide

Import heeft voor- en nadelen.

Wat is een nadeel van import voor Nederland?
A
Lagere prijzen van de producten
B
Meer concurrentie
C
Minder inkomsten voor Nederland
D
Meer keuze uit producten

Slide 2 - Quiz

Uit welk land krijg je een rekening in euro’s?
A
Bulgarije
B
Denemarken
C
Duitsland
D
Engeland

Slide 3 - Quiz

De transportkosten naar Nederland zijn vanuit Polen hoger dan die vanuit België.

Wat kan een reden zijn om toch een fabriek in Polen te bouwen?
A
Dan is er minder import
B
De afstand Polen-Nederland is korter
C
De loonkosten in Polen zijn lager
D
De Polen werken langer.

Slide 4 - Quiz

Koppel de begrippen aan de goede betekenis.
Belasting waardoor importproducten duurder worden.
Het kopen van goederen en diensten uit het buitenland.
Het verkopen van goederen en diensten naar het buitenland.
Import
Invoer-rechten
Export

Slide 5 - Drag question

Koppel de begrippen aan de goede betekenis.
De opkomst van moderne bedrijven in een land.
De aankoop van machines en andere kapitaalgoederen door bedrijven.
De hoeveelheid producten die je van je geld kan kopen. 

Koopkracht

Investeren

Industrialisatie

Slide 6 - Drag question

Er zijn verschillende redenen waarom wij als Nederland importen. Wat is hiervan GEEN reden
A
ons klimaat is niet geschikt om alles te verbouwen.
B
Buitenlandse producten kunnen goedkoper zijn.
C
Nederlandse consumenten willen een ruimere keuze aan producten.
D
Nederland is verplicht door de EU om producten te importeren

Slide 7 - Quiz

Bud bier kost €15 per krat in Nederland. Nederland voert invoerrechten in op Bud bier van €2 per krat. Hoeveel Kost Bud bier nu per krat in Nederland?
A
€15
B
€17
C
€13
D
€30

Slide 8 - Quiz

Is er binnen de Europese Unie sprake van protectie of vrijhandel?
A
Protectie
B
Vrijhandel

Slide 9 - Quiz

Wat betekent: Fairtrade
A
Eerlijke handel
B
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
C
Wereldhandelsorganisatie
D
Wereldbank

Slide 10 - Quiz

Bekijk de afbeelding.

Hoe groot is de export naar Duitsland in euro’s?
A
€47.501.188.000
B
€112.547.000.000
C
€152.125.155.000
D
€ 134.643.000.000

Slide 11 - Quiz

In Nederland worden producten geproduceerd. Voor sommige zijn grondstoffen of halffabricaten uit het buitenland nodig. Een halffabricaat is een tussenvorm van een product. Het is een grondstof die al bewerkt is, maar nog verder moet worden bewerkt tot een eindproduct.

Voor welke eindproduct zijn grondstoffen of halffabricaten uit het buitenland nodig?
A
Fiets
B
Melk
C
Bloemen
D
Wollen trui

Slide 12 - Quiz

Op welke producten kan de EU invoerrechten heffen?
A
Tomaten uit Spanje
B
Fetakaas uit Griekenland
C
Wijn uit Italië
D
Kaasfondue uit Zwitserland

Slide 13 - Quiz

Bereken het gemiddelde inkomen van Nederland. Rond het getal af op een heel getal.

Slide 14 - Open question