B1 Thema 3 3.1 -3.3
1 / 14
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Die man zag wat er gebeurde: Hij is...
A
getuige
B
geschikt
C
nuttig
D
ongerust
Slide 2 - Quiz
Zij is sociaal. Zij is echt... voor werk in de zorg.
A
nuttig
B
geschikt
C
eigenlijk
D
zomaar
Slide 3 - Quiz
Maak een zin met: nuttig
Slide 4 - Open question
Welke vijf kanten heeft een doos?
Slide 5 - Open question
Wat is het meervoud van bedrag?
A
bedraggen
B
bedragen
C
bedrags
Slide 6 - Quiz
Wat is het meervoud van slot?
A
sloten
B
slotten
C
slooten
Slide 7 - Quiz
Wat is het meervoud van weg?
A
weggen
B
weegen
C
wegen
Slide 8 - Quiz
Wat is het meervoud van blad?
A
bladden
B
bladen
C
bladeren
Slide 9 - Quiz
Schrijf het meervoud van: cadeau, datum, idee
Slide 10 - Open question
Korte vormen van kleine woordjes zoals daar = d'r
Slide 11 - Mind map
Maak een zin met: notulen
Slide 12 - Open question
Maak een zin met : de voorzitter
Slide 13 - Open question
werkwoord
persoon
ding
voorzitter
behandeling
schilder
tekening
tekenen
behandelen
vergadering
vergaderen
schoonmaak
schoonmaker
schoonmaken
