Les 4 periode 3

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

¡¡¡¡¡¡¡BIENVENIDOS AL ÚLTIMO PERÍODO DEL CURSO  ANTES DEL VERANO!!!!!!!

  ¡BIENVENIDOS A LA CLASE DE ESPAÑOL GRUPO H2! 

Días de la semana:

LUNES 

MARTES 

MIÉRCOLES

JUEVES

VIERNES

SÁBADO

DOMINGO

              Startklaar

• Op je plek zitten 
• Telefoon in het Zakkie 
  
• Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
• Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 

1. Startklaar

Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.

Overzicht Periode 3

• Thema: Nuevos Horizontes
• Benodigde lesmaterialen: Rode Boek, Werkboek, Laptop, Pen, Schrift. 
• DIT IS WEEK 4. LECCIÓN 2 Y 3: "NO TIENEN FRONTERAS"

TERUGBLIK: SER- ESTAR- HAY

= Salamanca is mooi=         iets of iemand zijn 

= Salamanca ligt in (...) = ergens zijn

= Er zijn 2 kathedralen in Salamanca = (staan, er zijn)

HERHALING

HAY

ESTAR

SER

Wat iemand of iets is 

Waar iemand of iets is

Er is/ er zijn

LEERDOELEN VAN VANDAAG

1. VRAGENDE VOORNAAMWOORDEN P.75

2. DE PRETÉRITOS 

 

VRAGENDE VOORNAAMWOORDEN

Vragende voornaamwoorden Spaans

Qué (wat): om te vragen naar dingen of algemene informatie.

Quién (wie): om vragen te stellen over mensen.

Cuándo (wanneer): om iets over de tijd te vragen.

Por qué (waarom): om naar redenen of oorzaken te vragen.

Dónde (waar): om naar plaatsen te vragen.

Cómo (hoe): om vragen te stellen over toestanden, vormen of manieren.

Cuánto (hoeveel/veel): om vragen te stellen over hoeveelheden.

                 VRAGENDE VOORNAAMWOORDEN

Qué        (wat): om te vragen naar dingen of algemene informatie.

Quién    (wie): om vragen te stellen over mensen.

Cuándo (wanneer): om iets over de tijd te vragen.

Por qué (waarom): om naar redenen of oorzaken te vragen.

Dónde   (waar): om naar plaatsen te vragen.

Cómo     (hoe): om vragen te stellen over toestanden, vormen of manieren.

Cuánto   (hoeveel/veel): om vragen te stellen over hoeveelheden.

Specificaties

In het Spaans beginnen vragen altijd met een omgekeerd vraagteken: ¿.

Aan het einde van de zin gebruik je het gewone vraagteken: ?

Bijvoorbeeld: ¿Qué?

Daarnaast krijgen vragende voornaamwoorden in het Spaans altijd een accent. Dit helpt om ze te herkennen als vraagwoorden. Zo weet je dat het om een vraag gaat.

Waar?

De vragende voornaamwoorden

Wie?

Wat?

Hoe?

Waarom?

¿Dónde?

¿Quién?

¿Qué?

¿Por qué?

¿Cómo?

Vertaal de woorden tussen hakjes naar het Spaans: 

Je mag je rode boek openen op pagina 125.

a. (De meeste)............................. de la gente está en contra.

b. El pájaro está en ................................. (de kooi).

c. El mundo está ...................... (helemaal) en contra de los ataques inhumanos.

d. (Het gebied) .................... ha sido invadido.

P. 79 C

LEES

Potlood en Werkboek

P. 94; 5, 6

P. 95; 8, 9

P. 96; 10, 11, 12 info op de Rode Boek p. 78 B

5. Concrete en herkenbare voorbeelden

De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 

Pretérito Perfecto

he           bebido

has         comido

ha           hecho

hemos  estado

habéis   ido

han        cantado

Pretérito Indefinido

bebí

comiste

hizo

estuvimos

fuisteis

cantaron

Pretérito Imperfecto

bebía

comías

hacía

estabamos

ibais

cantaban

Pretérito perfecto: vanochtend, vandaag, hebben (haber) + participio (vooltoid deelwoord)

Pretérito indefinido: is klaar en dat was it

Pretérito Imperfecto: was iets die used to happen of gebruik je voor beschrijving van situatioes of landscapes.

espanol.lingolia.com

           Begrippen
           uit deze les

• Vragende voornaamwoorden.
• Pretéritos. 
• Lo haré muy bién en mi examoen!

8. Afsluiting

De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

EXIT TICKET

HAY

ESTAR

SER

Descripción (beschrijving)

Localización (plaatsbepaling)

Existencia
(aanwezigheid)

SNEL BLOOKET

¡Adiós!

Hasta la próxima clase, 

os deseo muy buena semana.

Les 4 periode 3