This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Voortplanting
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Het voortplantingsstelsel van de man
Het voortplantingsstelsel van de vrouw
Menstruatie
Slide 2 - Slide
Waar denk je aan bij voortplanting
Slide 3 - Mind map
Waar gaan de paragrafen over?
Slide 4 - Slide
Wat weet je al van dit hoofdstuk? Noem begrippen of gebruik steekwoorden.
Slide 5 - Mind map
Wat zou je tijdens dit hoofdstuk willen leren?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Video
Voortplantingsstel van de man.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Een geslachtskenmerk
Hieraan herken je het geslacht
Slide 10 - Slide
Basisstof (1/2)
Primaire geslachtskenmerken: kenmerken die je hebt vanaf de geboorte:
Jongen: penis en balzak
Meisje: vagina en schaamlippen
Slide 11 - Slide
Basisstof (2/2)
Secundaire geslachtskenmerken: kenmerken die je ontwikkelt vanaf de puberteit
Jongen: meer spieren, baard in de keel
Meisje: borsten, bredere heupen en schaamhaar
Slide 12 - Slide
Is de haargroei onder de oksels een primair geslachtskenmerk?
A
Nee
B
ja
Slide 13 - Quiz
Primair geslachtskenmerk bij een jongen is:
A
balzak en penis
B
borsthaar en baardgroei
C
schaamlippen en vagina
D
gespierde lichaamsbouw
Slide 14 - Quiz
Een balzak is een huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. De temperatuur is ....................dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van spermacellen.
A
hoger
B
lager
C
zelfde
Slide 15 - Quiz
Puberteit
Tijdens de puberteit zijn er lichamelijk veranderingen: groeispeurt, schaamhaar en meer spieren
Er zijn ook geestelijke veranderingen: je wordt zelfstandig, je wordt verliefd en je bepaald je eigen stijl
Slide 16 - Slide
De bouw van het mannelijk voortplantingsorgaan
Slide 17 - Slide
Waar worden de zaadcellen bij de man gevormd?
A
In de penis
B
In de prostaat
C
In de teelballen
D
In de zaadblaasjes
Slide 18 - Quiz
Man
Prostaat en zaadblaasjes: voegen vocht toe aan de zaadcellen
Teelballen: producereren onder invloed van stimulerende hormonen uit de hypofyse zaadcellen.
Slide 19 - Slide
Voortplantingsstelsel van de vrouw.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
De bouw van het vrouwelijk voortplantingsorgaan
Slide 22 - Slide
Eierstokken
De eierstokken maken vanaf de puberteit tot aan de overgang iedere maand een eicel.
De eicel komt vrij tijdens de eisprong (ovulatie).
Slide 23 - Slide
Menstruatie
De menstruatiecyclus duurt gemiddeld 28 dagen
Dag 1 - 4: baarmoederslijmvlies laat los en wordt afgestoten
Dag 14: de ovulatie (de eisprong)
Na dag 28
Niet zwanger: baarmoederslijmvlies laat los
Wel zwanger: baarmoederslijmvlies blijft dik
Slide 24 - Slide
Seksualiteit
In de puberteit begint seksualiteit een grote rol te spelen en dat helpt bij het onderhouden van relaties
Heteroseksueel: je valt op het andere geslacht
Homoseksueel: je valt op hetzelfde geslacht
Biseksueel: je valt op beide geslachten
Slide 25 - Slide
Zwangerschap
Als er na de geslachtsgemeenschap een eicel bevrucht wordt dan is de vrouw zwanger
De bevruchte eicel gaat zich delen en wordt een klompje cellen (embryo)
Het embryo gaat op de baarmoederslijmvlies zitten (innesteling)
Het embryo krijgt na een paar weken voeding en zuurstof door speciale organen: de placenta (moederkoek)
De melkklieren gaan zich ontwikkelen
Slide 26 - Slide
Geboorteregeling
Wat kun je doen om geen kinderen te krijgen?
Onbetrouwbare methodes:
Periodieke onthouding (geen geslachtsgemeenschap tijdens de bevruchte periode)
Coitus interruptus (de man trekt zich terug uit de vrouw voor de zaadlozing)
Slide 27 - Slide
Geboorteregeling
Betrouwbare methodes:
Condoom (beschermt ook tegen veel SOA's)
De pil (beschermt alleen tegen zwangerschap)
Slide 28 - Slide
Noodmaatregelen
De morning-afterpil: (binnen 72 uur na geslachtsgemeenschap innemen). Dit bevat veel hormonen zodat de vrouw niet zwanger kan raken.
Abortus:
Abortuspil (tot 7 weken zwangerschap)
Zuigcurettage (tot 13 weken zwangerschap)
Late abortus (tot 23 weken zwangerschap)
Slide 29 - Slide
SOA Seksueel overdraagbare aandoening (geslachtsziekte)
Voorbeelden
Chlamydia: deze ziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. Het kan behandeld worden met antibiotica. Als het niet behandeld wordt, kan het leiden tot de onvruchtbaarheid bij vrouwen
Aids: deze ziekte wordt veroorzaakt door een virus (HIV). Iemand die besmet is met dit virus noem je seropositief. Aids is niet te genezen.
Slide 30 - Slide
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 31 - Open question
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen