Grammar J

Engels Klas 2: Grammar J
Toekomende tijd (future) met to be going to en will/shall

1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Engels Klas 2: Grammar J
Toekomende tijd (future) met to be going to en will/shall

Slide 1 - Slide

Deze grammar is lastig...
Ik weet het! Daarom gaan we nu kijken naar de regels.

Hoe kun je dit nou toepassen en wat voor regels zitten daaraan verbonden?

Slide 2 - Slide

toekomende tijd met to be going to
-
De regel is als volgt
Je gebruikt to be going to wanneer je iets zeker weet, je hebt er bewijs voor dat het gaat gebeuren
Je hebt bijvoorbeeld op je weer-app gezien dat het gaat regenen, dus zeg je: It is going to rain.

Slide 3 - Slide

to be going to
Je gebruikt in de zin altijd een vorm van to be en daar plak je going to achteraan. 
To be? Huh? Wat was dat ook alweer?
--> I am, He/She/It is, We/You/They are. --> am, is & are!

I am going to swim. He is going to run. They are going to sing.

Slide 4 - Slide

to be going to
Het laatste belangrijke stukje is het hele werkwoord dat achter to be going to aan komt. Kijk in de voorbeelden naar het gekleurde woord.

I am going to run.
He is going to sleep.
They are going to dance.

Let op: Het hele werkwoord komt altijd bij de zin in! Zonder heel werkwoord is je zin niet compleet.

Slide 5 - Slide

toekomende tijd met will
Je gebruikt will wanneer je iets wilt aanbieden, beloven, aankondigen of als je iets niet zeker weet maar wel voorspelt.

Aanbieden: I will take you home. --> Ik breng je wel thuis.
Beloven: I will never hurt you. --> Ik zal je nooit pijn doen.
Aankondigen: I will help you with your work shortly(=snel).
Niet zeker weten: It will rain later today.

Slide 6 - Slide

Oké, dus...

Nu gaan we testen of het wat duidelijker is geworden!

Slide 7 - Slide

Sleep het goede antwoord naar het vak!
Voor dingen die je zeker weet en die je in de toekomst dus sowieso gaat doen.
Voor dingen die je wilt aanbieden, beloven, aankondigen of wanneer je iets niet zeker weet.
to be going to
will

Slide 8 - Drag question

Mijn buurvrouw belooft mij dat ze nooit meer in mijn tuin zal zonnen.
Wat zegt ze tegen mij?
A
I am never going to tan in your garden again.
B
I will never tan in your garden again.

Slide 9 - Quiz

Ik heb in de agenda van mijn zus gezien dat ze naar de kapper moet op mijn verjaardag. Ik vind dit niet leuk en word boos op haar.
Wat zeg ik tegen haar?
A
You are going to the hair-dresser on my birthday! :(
B
You will go to the hairdresser on my birthday! :(

Slide 10 - Quiz

Ik heb mijn weer-app gecheckt en zie dat het vanavond hard gaat regenen. Wat zeg ik tegen mijn vriend?
A
It will rain tonight.
B
It shall rain tonight.
C
It is going to rain tonight.
D
It rains tonight.

Slide 11 - Quiz

Ik weet niet zeker of het lukt om op tijd op een feestje te zijn.
Wat zeg ik tegen de jarige?
A
I don't know if we shall be on time.
B
I don't know if we are going to be on time.
C
I don't know if we are getting there in time.
D
I don't know if we will be there on time.

Slide 12 - Quiz

Wat moet er op de plaats van de puntjes staan?

I .............................. visit the doctor's office at two o'clock, I have an appointment (afspraak) there.

Slide 13 - Open question

Wat moet op de plaats van de puntjes staan?

You ............................. be in my heart forever.

Slide 14 - Open question

Wat moet op de plaats van de puntjes staan?

......................... they work on that exercise?

Slide 15 - Open question

Wat moet op de plaats van de puntjes staan?

....................... I water the plants in the garden?

Slide 16 - Open question

Dus...........
Deze vorm van de toekomende tijd gebruik je bij aankondigingen, beloftes, aanbiedingen en wanneer je iets niet zeker weet.
Deze vorm van de toekomende tijd gebruik je wanneer je iets heel zeker weet of heel zeker kunt voorspellen. 
to be going to
will (of shall)

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide