Nask 3TL 5.4 Energie omzetten 1 - Pulsar

5.4 Energie omzetten (1)
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.4 Energie omzetten (1)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • Welke soorten energie er zijn
  • Hoe je elektrische energie maakt
  • Hoe je elektrische energie (duurzaam) kunt opwekken
  • Hoe energie omgezet wordt



Slide 2 - Slide

Soorten energie

Slide 3 - Mind map

5 Soorten Energie
  • Chemische energie
  • Bewegings energie
  • Stralings energie
  • Elektrische energie
  • Warmte (Thermische energie)

Slide 4 - Slide

Chemische energie
Elektrische energie
Stralings energie
Bewegings energie
Warmte

Slide 5 - Drag question

Energie berekenen

Energie = vermogen x tijd 
E = P x t
kWh = kW x h




Slide 6 - Slide

Wat is Energie?
A
Een hardrock band uit Ijsland
B
Het vermogen om arbeid te verrichten of te leveren.
C
Dat spul uit een batterij.

Slide 7 - Quiz

Wat betekent de letter P?
A
Spanning
B
Stroomsterkte
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 8 - Quiz

Wat is de eenheid van vermogen in de formule E = P x t
A
W
B
kW
C
P
D
E

Slide 9 - Quiz

Hoe berekenen we het vermogen?
A
U x I
B
I : U
C
U : I
D
U x R

Slide 10 - Quiz

Op een lampje staat: 6V; 100 mA,
Hoe groot is het vermogen van het lampje?
A
P = 600 W
B
P = 0,6 W
C
P = 6 W
D
P = 60 W

Slide 11 - Quiz

Bereken het vermogen van 2 lampen van 0.1 A die aangesloten zijn op het lichtnet.
A
P = 12 V x 2A = 24W
B
P = 230 V x 1A = 230W
C
P = 12 V x 0.2A = 2.4W
D
P = 230 V x 0.2A = 46W

Slide 12 - Quiz

Een wasmachine van 1000W staat 1uur en 30min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.
A
E = 1000 : 1.5 = 666.7 kWh
B
E = 1000 x 1.5 = 1500 kWh
C
E = 1 x 1.5 = 1.5 kWh
D
E = 1 x 1.30 = 1.3 kWh

Slide 13 - Quiz

Hoe schrijf je het op de juiste manier op?
De stroomsterkte door een lampje is 2 ampère.
A
U = 2 A
B
P = 2 A
C
t = 2 A
D
I = 2 A

Slide 14 - Quiz

opdr. 3. Een kWh kost €0,24. Hoeveel kost het energieverbruik van een elektrische kachel met een vermogen van 1200W, die 2 uur aan staat?

Slide 15 - Open question

Stap 1: Chemische energie  -> Warmte
Stap 2: Warmte                      -> Bewegingsenergie
Stap 3: Bewegingsenergie  -> Elektrische energie
1
Chemische energie -> Warmte
2
Warmte -> Bewegingsenergie
3
Bewegingsenergie -> Elektrische energie

Slide 16 - Slide

Welke energieomzettingen vinden er in een energiecentrale plaats?
A
Chemische energie -> bewegingsenergie -> warmte energie -> elektrische energie
B
Chemische energie -> warmte energie -> bewegingsenerige-> elektrische energie

Slide 17 - Quiz

Fossiele brandstoffen
- Aardgas
- Aardolie
- Steenkool

Nadelen:
Voorraad raakt op
Luchtvervuiling (CO²)

Voordelen:
Goedkoop + Makkelijk
Duurzame energie
- Windenergie
- Zonne-energie
- Waterkracht
- Biogas

Nadelen:
Duur

Voordelen:
Goed voor het milieu

Slide 18 - Slide

Maak opdracht 9
timer
4:00

Slide 19 - Slide

Maak opdracht 10
timer
1:30

Slide 20 - Slide

Kernenergie
Water wordt verwarmd met stralingsenergie uit uranium.

Nadelen:
Uranium wordt slechts één keer gebruikt.
Heel gevaarlijk radioactief afval.

Voordelen: 
Veel energie, geen luchtvervuiling

Slide 21 - Slide

Apparaten kunnen energie omzetten
Batterij
Chemische energie -> Elektrische energie

Waterkoker
Elektrische energie -> Warmte

Fohn
Elektrische energie -> Warmte + Bewegingsenergie

Televisie
Elektrische energie -> Stralingsenergie




Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Een ventilator zet elektrische energie om in ..........
A
Warmte
B
Stralingsenergie
C
Chemische energie
D
Bewegingsenergie

Slide 24 - Quiz

Een fietsdynamo zet bewegingsenergie om in licht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Een batterij zet ........... om
in elektrische energie.
A
Warmte
B
Chemische energie
C
Stralingsenergie
D
Bewegingsenergie

Slide 26 - Quiz

Zonne-energie is een duurzame energiebron.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

Fossiele brandstoffen geven zeer gevaarlijk afval.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Kernenergie veroorzaakt het broeikaseffect.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Bij windenergie worden turbines gebruikt om een generator te laten draaien.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Aardgas is een fossiele brandstof.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Leerdoelen behaald? 
Aan het einde van de les weet je:
  • Welke soorten energie er zijn
  • Hoe je elektrische energie maakt
  • Hoe je elektrische energie (duurzaam) kunt opwekken
  • Hoe energie omgezet wordt



Slide 32 - Slide

Zelfstandig werken
Maak opdracht: 
4, 5, 7, 11, 12, 14, 17 en 21 

Slide 33 - Slide