4.4 Afronden in praktische situaties

1 / 14
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning 
  • iedereen aanwezig en materiaal mee?
  • telefoons op stil en in de telefoonzak?
  • terugblik 4.3 Afronden
  • uitleg 4.4 Afronden in praktische situaties
  • opdracht
  • werken uit je flexboek 
  • afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Slide

4.3 Afronden
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 3 - Slide

Rond af op 1 decimaal:

198,0187

Slide 4 - Open question

Rond af op 2 decimalen:

18,6498

Slide 5 - Open question

Rond af op 3 decimalen:

6,24432

Slide 6 - Open question

Rond af op een heel getal:

69,829

Slide 7 - Open question

Rond af op honderdtallen:
945

Slide 8 - Open question

Rond af op duizendtallen:
19400

Slide 9 - Open question

Rond af op duizendtallen:
89500

Slide 10 - Open question

werken uit het boek
Wat?
4.4 Afronden in praktische situaties:

extra ondersteuning: 64, 65, 66
standaard (verplicht): 63, 67, 68, 69, 70, 71, 72, 73, 74
extra uitdaging: 75, 76, 77
Hoe?
buurman/buurvrouw 
Hulp?
nakijken met antwoordboekje
Tijd?
30 minuten
Klaar?
Nakijken met antwoordboekje, verder met 4.5
timer
30:00

Slide 11 - Slide

opdracht
  • Schrijf je naam op je blaadje
  • Bedenk een opdracht over afronden in een praktische situatie. 
  • Schrijf deze opdracht zo duidelijk mogelijk op. 
  • Schrijf op de achterkant de uitwerking
  • Docent kiest een opdracht voor de toets

Slide 12 - Slide

afsluiting en vooruitblik
Wat hebben we deze les gedaan:
*Ik kan afronden in praktische situaties

Wat gaan we de volgende les doen:
*Ik kan met procenten rekenen
*Ik kan het percentage berekenen

Slide 13 - Slide

Wat vond je van deze les
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll