1.6 Biologisch onderzoek 1/2

1.6 Biologisch onderzoek 1/2
Thema 1 organen en celllen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.6 Biologisch onderzoek 1/2
Thema 1 organen en celllen

Slide 1 - Slide

Onderzoek

Slide 2 - Mind map

Leerdoel
  • Je kunt een biologisch onderzoek voorbereiden, uitvoeren en beoordelen. 

Slide 3 - Slide

De stappen van een onderzoek
Bij een practicum staat precies wat je moet doen.
Als je zelf gaat een onderzoek wil doen, weet je dat
niet. Je moet dan zelf bedenken hoe je het onderzoek
gaat uitvoeren en wat je nodig hebt.
Volg de stappen rechts als je zelf een biologisch
onderzoek gaat bedenken en uitvoeren.

Slide 4 - Slide

Probleemstelling
Een onderzoek begint altijd met de vraag.
Dit heeft de Probleemstelling.

Bijvoorbeeld:
Welke invloed heeft licht op de groei van planten?

Slide 5 - Slide

Onderzoeksvraag
De probleemstelling is nog erg vaag.
Daarom ga je een onderzoeksvraag bedenken.
Daarin bedenk je zo precies mogelijk wat je wil onderzoeken.
Hiervan maak je één vraag.
Bijvoorbeeld:
Zijn kiemplantjes die ik in het licht zet, na een paar dagen langer dan kiemplantjes die ik in het donker zet?

Slide 6 - Slide

Verwachting
Daarna voorspel je de resultaten van je onderzoek.
Dit noem je de verwachting.
Je maakt gebruik van wat je al weet. Je weet bijvoorbeeld dat planten licht nodig hebben om te groeien
Een voorbeeld van een verwachting is:
Kiemplantjes die ik in het licht zet, zijn na een paar dagen langer dan kiemplantjes die ik in het donker zet.

Slide 7 - Slide

Werkplan 1/2
Je onderzoekt of je verwachting klopt. Daarvoor bedenk je een proef.
In het werkplan beschrijf je vier dingen:
  • Wat je precies gaat doen
  • Wat je nodig hebt
  • hoe je gaat waarnemen
  • Wat je met de waarnemingen gaat doen

Slide 8 - Slide

werkplan 2/2
Voor het werkplan zijn er vier regels:
  1. Schrijf stap voor stap op wat je gaat doen.
  2. Onderzoek één ding tegelijk. 
  3. Gebruik een proefgroep en een controlegroep
  4. Doe proeven altijd met gorte aantallen organismen.

Slide 9 - Slide

Uitvoering
Als het werkplan goed is, kun je beginnen aan de uitvoering.
Tijdens de uitvoering voer je je werkplan uit. 
Je houdt je zo precies mogelijk aan je werkplan.
Als je iets anders doet dan in het plan beschreven staat, maak daar dan een aantekening van.

Slide 10 - Slide

Waarnemingen en resultaten
Tijdens het onderzoek verzamel je de waarnemening van je proefgroep en je controlegroep.
Je meet de waarnemingen en geeft ze weer in een schema of diagram.
Dit zijn de resultaten van je onderzoek.

Slide 11 - Slide

Conclusie
Na afloop van de proef vergelijk je de resultaten van de proefgroep met de controlegroep.
Dan kun je een conclusie trekken.
De conclusie is het antwoord op je onderzoeksvraag.
Bijvoorbeeld:
Kiemplantjes die in het donker groeien, zijn na een paar dagen langer dan kiemplantjes die in het licht groeien.

Slide 12 - Slide

Wat is de laatste stap van een onderzoek?
A
Uitvoering
B
Probleemstelling
C
Verwachting
D
Conclusie

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er beschreven in het werkplan?
A
Wat je precies gaat doen, wat je nodig hebt, hoe je gaat waarnemen, wat je met de waarnemingen gaat doen
B
De onderzoeksvraag en de verwachting
C
De conclusie van het onderzoek
D
De resultaten van het onderzoek

Slide 14 - Quiz

Wat is een verwachting in een onderzoek?
A
Een voorspelling van de resultaten gebaseerd op bestaande kennis
B
Een vraag over het probleem van het onderzoek
C
Een conclusie na afloop van het onderzoek
D
Een beschrijving van het werkplan

Slide 15 - Quiz

Wat is een onderzoeksvraag?
A
Een vaag idee over het onderzoek
B
Een precieze vraag over wat je wil onderzoeken
C
Een conclusie na afloop van het onderzoek
D
Een hypothese over de resultaten

Slide 16 - Quiz

Wat is de eerste stap van een onderzoek?
A
Verwachting
B
Probleemstelling
C
Werkplan
D
Uitvoering

Slide 17 - Quiz

Ik kan nu
  • Je kunt een biologisch onderzoek voorbereiden, uitvoeren en beoordelen. 

Slide 18 - Slide

Begrippen 1.6
  • Conclusie
  • Onderzoeksvraag
  • Probleemstelling
  • Resultaten
  • Uitvoering
  • Verwachting
  • Waarnemingen
  • Werkplan 

Slide 19 - Slide

Aan het werk!
Klassikaal aan de slag met opdracht 1, 2 en 3

Slide 20 - Slide