B3I - Hoofdstuk 2, Herhaling

Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Slide 1 - Slide

Paragraaf 1: Arm en rijk in Detroit

Slide 2 - Slide

Motor City
Tegenwoordig woont niemand in het centrum van Detroit, het lijkt er op een spookstad. Vroeger was dat niet zo...

Vroeger stond Detroit bekend als Motor City. Dit was de hart van de Amerikaanse auto industrie. Rond 1900 groeide het vanwege de vele arbeiders.
Dit waren vooral Afro-Amerikaanse arbeiders. Die kwamen hier omdat er geen werk meer was in de landbouw in het Zuiden.

Slide 3 - Slide

Suburbs
Door de groei van Detroit in 1900 - 1950 veranderde het centrum en de buitenwijken.

Het centrum werd steeds drukker door de vele mensen en industrie. Er ontstond een tekort aan woningen.

Daarom vertrokken mensen met hogere lonen naar de buitenwijken. Dat noemen we suburbs.

Slide 4 - Slide

Wat is een voordeel van het wonen in een Suburb en wat is een nadeel?

Slide 5 - Open question

Het verval
Na 1950 begon het verval van Detroit langzaam. Dat kwam door veranderingen in de industrie en welvaart.

 Steeds meer mensen kochten een auto en vertrokken naar de buitenwijken. De arme bleven achter in de stad.
Het verval kwam vooral door het verdwijnen van banen in de industrie, dit kwam door automatisering. Machines namen het werk over.

Slide 6 - Slide

Steeds meer problemen
Door het verdwijnen van veel banen ontstond er veel werkloosheid. Veel voorzieningen verdwenen omdat arme mensen geen geld ervoor hadden.
De leefomgeving ging achteruit, omdat veel gezinnen en winkels verdwenen. Gebouwen stonden leeg, wegen gingen kapot.

De werkgelegenheid nam vervolgens ook af, aangezien alle bedrijven vertrokken. De hele auto-industrie was zelf ook weg.

Slide 7 - Slide

Paragraaf 2: Arme en rijke mensen in de Verenigde Staten

Slide 8 - Slide

Een welvarend land
Het bruto nationaal product (bnp) van de Verenigde Staten is heel hoog.
Dat is de waarde van alle goederen en diensten die in één jaar worden gemaakt.
We kunnen ook kijken naar het bruto nationaal product (bnp) per inwoner. Dan kijk je naar wat een persoon gemiddeld verdiend.

Slide 9 - Slide

Welzijn
Het BNP gaat over welvaart, maar het bekijken van het welzijn is ook goed. In Amerika is dit in het algemeen goed.

De levensverwachting is bijvoorbeeld erg hoog, vergeleken met een land zoals Nigeria (80 jaar - 60 jaar).
Ook de schoolopleiding van een persoon spreekt over zijn/haar welzijn. In de VS gaat een persoon ongeveer 17 jaar naar school. In Nigeria niet meer dan 9.

Slide 10 - Slide

Hoe verbeter je het welzijn van een wijk?

Slide 11 - Open question

Globalisering
Globalisering zorgt ervoor dat steeds meer goederen, geld en informatie wereldwijd wordt uitgewisseld. Dure producten worden ontworpen in rijke landen, maar gemaakt in landen waar de lonen laag zijn.
Hierdoor verdwijnt er wel werk in de VS, aangezien dit nu ergens anders gedaan wordt.

7 Miljoen Amerikanen zijn hierdoor werkloos. 44 miljoen Amerikanen leven zelfs onder de armoedegrens.

Slide 12 - Slide

Ongelijkheid
De welvaart is erg ongelijk verdeeld in de VS.

20% van de rijkste Amerikanen verdienen samen meer dan de helft van het totale Amerikaanse inkomen.

Het BNP is dus hoog, maar niet iedereen profiteert ervan. De armste Amerikanen hebben weinig koopkracht.
--> hoeveel een persoon kan kopen qua diensten of producten

Slide 13 - Slide

Paragraaf 3: Landbouw in de Verenigde Staten

Slide 14 - Slide

Enorme productie
De Verenigde staten hebben een erg grote voedselvoorziening. Dat komt omdat veel land geschikt is voor landbouw.

Naast het klimaat en bodem, kopen de boeren ook goede en dure zaden + bestrijdingsmiddelen voor een grote productie per hectare. Ze helpen ook met het verbeteren van erfelijke eigenschappen.
De productie per hectare is ook verhoogt d.m.v. mechanisatie.

Slide 15 - Slide

Het platteland
Amerikaanse boeren zijn gefocust op grootschalig produceren. 1 boer heeft vaak 1 gewas om te oogsten of een paar duizend koeien/varkens om te verzorgen. Dat is handig, want je hebt kennis over één ding nodig.

Op het platteland zijn wel veel arme bewoners en werkloosheid. Dat komt door mechanisatie. Gastarbeiders doen klein werk dat grote boeren niet willen doen. Vanwege de lage koopkracht zijn er ook weinig voorzieningen.

Slide 16 - Slide

Wat voor erfelijke eigenschappen in gewassen wil je verbeteren?

Slide 17 - Open question

Wereldwijd handel
Amerikaanse boeren produceren enorm veel voedsel, teveel voor hunzelf. Daarom is er ook veel export.

De VS is de grootste exporteur van: maïs, sojabonen, aardbeien en rundvlees.

De VS importeert ook veel landbouwproducten. Sommige bevolkingsgroepen willen graag producten uit het buitenland, dat hier niet gemaakt wordt.

Slide 18 - Slide

Overvoeding en ondervoeding
De voedselvoorziening in de VS is zo goed geregeld, dat sommige Amerikanen zelfs te veel eten. Maar naast overvoeding heb je ook ondervoeding in Amerika.


Gemiddeld eet een Amerikaan bijna 3.800 kilocalorieën per dag. Een gemiddelde persoon hoort ongeveer 2000 tot 2500 te eten. Eén op de drie eet dus te veel.

Slide 19 - Slide

SNAP
De overheid helpt wel arme gezinnen met het Supplemental Nutrition Assisstance Program (SNAP). Dat is een soort voedselbank, waar gezinnen met kinderen voldoende voedzaam eten kunnen halen

Slide 20 - Slide