La semaine 36 1.0 t/m 1.3

La semaine 36: le six, le sept et le huit septembre



- Intro nieuw Unité 1, mk 1.0, 1.1 
- 1.2 Exercice: 3,4,5,6 apprendre 1 
- 1.3 Exercice: 7,8 t/m d apprendre 2 en 3 uitleg               
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

La semaine 36: le six, le sept et le huit septembre



- Intro nieuw Unité 1, mk 1.0, 1.1 
- 1.2 Exercice: 3,4,5,6 apprendre 1 
- 1.3 Exercice: 7,8 t/m d apprendre 2 en 3 uitleg               

Slide 1 - Slide

Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: Intro Unité 1

1. Questions?
2. Intro Unité 1
3. Civilisation 1.0 en 1.1 (vlog bekijken)
4. Évaluation
5. Faire: Apprendre 1 F/N - ex. 1.1: 1 et 2

Slide 2 - Slide

Le but du cours:
 Aan het eind van deze les kun je iets vertellen over welke vervoermiddelen in Frankrijk gebruikt worden en hoe het reizen met auto en trein georganiseerd is. en kun je de vlog begrijpen waarin Julien laat zien hoe hij door de stad reist. 

Slide 3 - Slide

Samen lezen 1.0, intro, noteer in je persoonlijke woordenlijst de woorden die je niet kent..

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Allez-y - au travail
Maintenant on va écouter le vlog.. 
Après vous allez faire ex. 1 et 2

Slide 7 - Slide

Les devoirs: 
 Faire: Apprendre 1 F/N - ex. 1.1: 1 et 2

Slide 8 - Slide

Le programme d'aujourd'hui: 
1. Questions? 
2. Quizlet apprendre 1 en doornemen la météo
3. Doornemen apprendre 2
4. Doornemen texte 1.2 - voyage désastre
5. Évaluation
6. Les devoirs: Apprendre 1 et 2 et faire ex. 3 t/m 6

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

La météo: sleep het juiste weer naar het juiste plaatje.
Il fait mauvais
Il fait chaud
Il fait froid
Il fait 22 degrés

Il gèle

Slide 11 - Drag question

en voiture =
A
met de fiets
B
met de auto
C
met de metro
D
met de bus

Slide 12 - Quiz

Hoe zeg je 'het tankstation' in het Frans?
A
la station-service
B
le panneau
C
le bouchon
D
la déviation

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
het vertrek en de aankomst
A
Le passé et l'entrée
B
le départ et l'arrivée
C
le retard et l'arrivée
D
le passé et l'arrivée

Slide 14 - Quiz

Wat wordt bedoeld met: le panneau
A
het stopbord
B
het verkeersbord
C
het etensbord
D
de pan

Slide 15 - Quiz

la déviation =
A
het bord
B
de omleiding
C
het dagboek
D
het station

Slide 16 - Quiz

Samen doornemen de tekst
  • Noteer onbekende woorden in je persoonlijke woordenlijst.
  • Stel je vragen
  • mk ex. 3 t/m 6

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Les devoirs: 
Apprendre 1 et 2 et faire ex. 3 t/m 6

Slide 19 - Slide

Heb ik alles begrepen?
A
Ja, ik vond het gemakkelijk
B
Als ik de tekst nog een keer lees, kan ik dit wel.
C
Ik heb nog wel een vraag.
D
Help! Ik begrijp er niets van!

Slide 20 - Quiz

Le programme d'aujourd'hui:
Vandaag: 4.3 - partir en sortir (être - avoir) 
1. Questions?
2. Bespreken sortir en partir
3. Verbuga
4. Faire: ex. 7 en 8 t/m d
4. Évaluation
5. Faire: Apprendre 3  - ex. 1.3: ex. 7, 8

Slide 21 - Slide

Le but d'aujourd'hui: 
Pouvoir utiliser les verbes - sortir et partir en présent et passé composé

Slide 22 - Slide

les devoirs - la météo 

Slide 23 - Slide

Quel temps fait-il?

Slide 24 - Slide

Quel temps fait-il?
A
il fait froid
B
il fait chaud
C
il fait mauvais
D
il neige

Slide 25 - Quiz

Quel temps fait-il?
A
il y a de la pluie
B
il y a de la neige
C
il y a du soleil
D
il y a du vent

Slide 26 - Quiz

Noteer de steden op een blaadje


Schrijf bij elke stad de temperatuur en een symbool voor de weersverwachting

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Grammaire
onregelmatige werkwoorden
partir en sortir

welke regelmaat zie je? Welke onregelmatigheid?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

Allez-y - au travail
Maintenant vous allez faire: ex. 7 et 8 t/m d
Après vous allez apprendre:  2 en 3

Slide 32 - Slide

Les devoirs: 
Apprendre 2 et 3 et faire ex. 7 et 8 t/m d

Slide 33 - Slide