• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Bouwsteen 6 Les 2 (Feiten, meningen/ argumentatie)

Welkom 
Nederlands 

Lezen en luisteren 


1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 
Nederlands 

Lezen en luisteren 


Slide 1 - Slide

Planning van deze les 

- Theorie herhalen
- Opdrachten in taalblokken 

Slide 2 - Slide

Lesdoel 
Ik weet wat het verschil is tussen feiten en meningen. 

Ik weet wat argumenten zijn en hoe je die kunt herkennen. 


Slide 3 - Slide

Feiten 
Uitspraak over iets wat waar of onwaar is.
Het is controleerbaar. 
Je kunt altijd controleren of een feitenuitspraak waar of niet waar is.  

Tekst met veel feiten= objectieve tekst 
(tekst uit leerboek, nieuwsberichten) 

Slide 4 - Slide

Mening
Wat iemand ergens van vindt.
Het is niet controleerbaar. Je kunt het eens of oneens zijn. 

Tekst met veel meningen = subjectieve tekst. 
(Ingezonden brieven en columns in de krant)


Slide 5 - Slide

Argument 
Reden: waarom je iets vindt.
Als je een mening hebt over iets, dan moet je altijd één of meerdere argumenten noemen om overtuigend te zijn:

Ik vind de lockdown te streng, want ...
Ik vind dat kort haar mij niet staat, omdat ... 

Slide 6 - Slide

Drogredenen
Er zijn ook foute argumenten. -->  drogredenen
 (drog= bedrog + reden = argument). Drogredenen lijken geldige argumenten, maar zijn het niet.

Voorbeeld: Volgens de NS hoeft in de sprinter geen wc te zitten. In een bus zit die toch ook niet.
(onjuiste vergelijking) 

Slide 7 - Slide

Feit of mening?
Sleep de woorden naar de juiste plaats.
Mening
Feit
Sporten is gezond.
Lionel Messi is de fanatiekste voetballer van de wereld.
Het aantal calorieën in een Snickers is 487,8.
Ik vind turnen een gave sport.
Het Deltion College heeft alleen maar topstudenten.
Van regen word je vaak kletsnat. 

Slide 8 - Drag question


Staat hier een feit, mening of argument?
Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 9 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts. 
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Als je te laat bent, dan moet je je melden.  
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz


Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Huiswerk 
Maken lezen& luisteren argumenteren +
tussentoets (oud)


Slide 13 - Slide

More lessons like this

Feiten, meningen/ argumentatie

May 2022 - Lesson with 13 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

Feiten, meningen/ argumentatie

September 2022 - Lesson with 41 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

BS 6 Feiten, meningen/ argumentatie

October 2022 - Lesson with 47 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

Lezen les 2

February 2021 - Lesson with 18 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

NL herhaling periode 3

April 2022 - Lesson with 30 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

1.5 Feit, mening en argument

December 2024 - Lesson with 17 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

Lezen les 2

June 2024 - Lesson with 13 slides
NederlandsMBOStudiejaar 1

H3 Lezen - Feiten meningen argumenten

March 2021 - Lesson with 19 slides
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings