Hoog- en Laag-Nederland

Hoog-Nederland
Laag-Nederland
1 / 27
next
Slide 1: Drag question
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoog-Nederland
Laag-Nederland

Slide 1 - Drag question

Hoog-Nederland

Slide 2 - Slide

Stroomgebieden
De Rijn, Maas en de voorlopers van deze rivieren hebben vele
stroomgebieden gehad.


Deze rivieren hebben een dikke laag zand en grind in heel Nederland afgezet.


Slide 3 - Slide

Stroomgebieden
Nederland ligt in de benedenloop van de stroomgebieden van de Rijn en
Maas. Hier stroomt het water langzaam en wordt het meegevoerde
materiaal gesedimenteerd.

Slide 4 - Slide

Wat ontstaat er wanneer verschillende ijstongen de grond aan de voorkant en de zijkant wegduwen?
A
Stuwwallen
B
Smeltwaterdalen
C
Gletsjers
D
Heuvels

Slide 5 - Quiz

Stuwwallen
Tijdens de op een na laatste ijstijd schoof er een ijskap van Scandinavië richting Nederland

Verschillende ijstongen kwamen tot halverwege Nederland

Toen het ijs smolt bleven er stuwwallen over

Slide 6 - Slide

Uit welk materiaal zijn de
stuwwallen opgebouwd?


De stuwwallen bestaan uit zand en
grind. Dit zand en grind is door de Rijn en Maas in  
heel Nederland neergelegd.

Slide 7 - Slide

Stuwwallen
Aan het einde van de koude periode
trok het ijs zich weer terug.


Je vindt de stuwwallen nog steeds  
terug in het landschap van Hoog
Nederland.


Bijvoorbeeld:  
- De Veluwe
- De Utrechtse Heuvelrug

Slide 8 - Slide

Overblijfselen uit de ijstijd

Ten noorden van de grote rivieren vind je enorme keien. 

Deze zwerfstenen zijn op het ijs
meegekomen en in Nederland neergelegd toen het ijs smolt.

Slide 9 - Slide

De arme zandgronden

- Het zandlandschap is onvruchtbaar. 
- Hoog-Nederland is afwisselend. Akkers, weilanden en bossen. 

Slide 10 - Slide

Laag-Nederland

Slide 11 - Slide

Veen en klei
Het landschap in Laag-Nederland is vooral ontstaan tijdens de laatste 10.000 jaar.

De temperatuur tijdens deze periode steeg waardoor ook de zeespiegel steeg.

In deze periode zijn veel grondsoorten in Nederland ontstaan.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Laag-Nederland

Slide 15 - Slide

De grondsoorten in Laag-Nederland zijn afgezet onder verschillende omstandigheden.  

Combineer de grondsoorten met de juiste omstandigheden.


Dode plantenresten onder water zonder zuurstof.

Door golven en wind.

In stilstaand water achter de duinen.

Duinzand
Zeeklei
Veen

Slide 16 - Drag question

Bescherming tegen water 
De bewoners van Laag-Nederland beschermden hun gebouwen tegen overstromingen met behulp van terpen

Slide 17 - Slide

Zijn terpen ouder dan dijken?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Door de aanleg van de dijken stopte het vormen van nieuwe lagen zeeklei.
Dit gebeurde alleen nog aan de buitendijkse kant.

Slide 19 - Slide

Zodra het land hoog genoeg lag en men had weer nieuw land nodig had, werd het buitendijkse gebied van een nieuwe dijk voorzien

Slide 20 - Slide

Door de aanleg van dijken zijn er polders ontstaan met vruchtbare landbouwgrond.  
Hierin wordt de waterstand geregeld. 

Slide 21 - Slide

In welke delen is Nederland opgedeeld?
A
Onder-Nederland en Boven-Nederland
B
Laag-Nederland en Hoog-Nederland
C
West-Nederland en Oost-Nederland
D
Noord-Nederland en Zuid-Nederland

Slide 22 - Quiz

Wij wonen in...
A
Hoog Nederland
B
Laag Nederland

Slide 23 - Quiz

Het duinlandschap hoort bij
A
Laag-Nederland
B
Hoog-Nederland

Slide 24 - Quiz

Grote ijstongen hebben in het verleden diverse sporen achtergelaten in het Nederlands landschap.
Maak de juiste combinaties van letters en cijfers, door de groene vakken naar de rode te slepen.

Voor de ijstong
Op en in de ijstong
Aan het uiteinde van de ijstong
Stuwwallen
Zwerfstenen
Smeltwaterrivieren en smeltwaterdalen

Slide 25 - Drag question

Waar ligt het buitendijks gebied? Sleep het rondje naar het goede antwoord

Slide 26 - Drag question

Welk deel ligt hoger?
A
Buitendijkse kant
B
Binnendijkse kant

Slide 27 - Quiz