Paragraaf 4.1: Woningkenmerken

Welkom!
  • Vandaag: 
  • Uitleg Paragraaf 4.1: De inrichting van een wijk
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
  • Vandaag: 
  • Uitleg Paragraaf 4.1: De inrichting van een wijk

Slide 1 - Slide

Vandaag bespreken we de kern
  1. De indeling van een een stad
  2. De verschillende kenmerken van de omgeving
  3. Welke woningkenmerken er zijn
  4. Oefening toepassen van de woningkenmerken.

Daarna lezen H.4 par 1
Maken van de opdrachten

Slide 2 - Slide

Wijk of een buurt?
  • Wijk: een deel van een dorp of een stad

  • Buurt: een deel van een wijk

Slide 3 - Slide

Kenmerken van de eigen omgeving
  • Stadsopbouw> Wonen
  • Werkgelegenheid>Werken
  • Infrastructuur> Verkeer
  • Recreatie> activiteiten
  • Voorzieningen> winkels en scholen

Slide 4 - Slide

Woningkenmerken.
  1. Huishoudensgrootte 
  2. Hoogbouw of laagbouw
  3. Koop of huurwoning
  4. Woningwaarde 
  5. Ouderdom
  6. Erf van een huis

Slide 5 - Slide

Bewonerskenmerken
1. Opleidingsniveau
2. Inkomen
3. Gezinsfase
4. Etniciteit
5. Religie

Slide 6 - Slide

Afbeelding 1
Afbeelding 2

Slide 7 - Slide

Zelfstandig Werk
Maken alle openstaande opdrachten van Paragraaf 4.1 
in deGeo Online. 

Slide 8 - Slide

Waar denk je aan bij de woorden:
"Eigen omgeving"?

Slide 9 - Mind map

Paragraaf 1: De inrichting van een wijk
De inrichting van een wijk 

Slide 10 - Slide

Je eigen omgeving
= Het gebied rondom je eigen huis waar je bijna dagelijks komt. 

Je woont in een wijk. Een wijk is een deel van een dorp of stad, die bestaat uit een aantal straten. 

In een wijk staan huizen, maar er kunnen ook andere voorzieningen zijn. 

Slide 11 - Slide

Wat zijn voorzieningen?
A
Activiteiten
B
Woningen
C
Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
D
Straten

Slide 12 - Quiz

Welke voorzieningen zijn er in jou wijk?

Slide 13 - Mind map

Nu jullie!
Zoek van de volgende  4 slides informatie op en schrijf deze op in notities.
Je krijgt per slide beperkt de tijd dus wees scherp!

Slide 14 - Slide

Je eigen omgeving
Wat is je eigen omgeving?
  • Wijk
  • Buurt
  • voorzieningen
timer
3:00

Slide 15 - Slide

Wat is het verschil tussen hoog en laagbouw?
timer
1:00

Slide 16 - Slide

Wat is het verschil tussen een eengezingswoning en een meer gezinswoning?
timer
2:00

Slide 17 - Slide

Wat is het verschil tussen een eengezingswoning en een meer gezinswoning?
Eengezinswoning: woningen die bestemd zijn voor één gezin. Je kunt er ook alleen of met z'n tweeeën wonen. 

Meer gezinswoning: Meerdere gezinnen wonen in hetzelfde gebouw.

Slide 18 - Slide

Huur of koopwoning?
  1. Wat is het verschil tussen een huur en koopwoning?
  2. Wat is een voordeel van een huur woning?
  3. Wat is een nadeel van een huur woning?
timer
2:00

Slide 19 - Slide

Afronden de opdrachten van 4.1

Slide 20 - Slide