Voorzetsels 4e naamval: Persoonlijke vnw & Der/Ein-Groep

Lesinhoud
Lesdoel
  • Je kent de vertaling van de voorzetsels van de 4e naamval.
  • Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden en zelfstandige naamwoorden bij de der/ein-groep in de 4e naamval vervoegen.



   
        Grammatica overzicht S. 80, 81
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Lesinhoud
Lesdoel
  • Je kent de vertaling van de voorzetsels van de 4e naamval.
  • Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden en zelfstandige naamwoorden bij de der/ein-groep in de 4e naamval vervoegen.



   
        Grammatica overzicht S. 80, 81

Slide 1 - Slide

  • durch
      für
      ohne
      um
      bis
      gegen
    


Voorzetsels 4e naamval
Scan QR LessonUp 
-
-
-
-
-
-
     
    


door
voor
zonder
om
tot
tegen
     
    


1. Persoonlijke voornaamwoorden

2. Zelfstandige naamwoorden (der/ein-groep)

Slide 2 - Slide

Nederlands               1e naamval             4e naamval
Persoonlijke voornaamwoorden
ik         mij
jij         jou
hij       hem
zij        haar
het      -
wij       ons
jullie   -
zij        hen/hun
u         

ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie

mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie

Voorbeeld
jij/jou - du
Ich kann nicht ohne dich leben!

Slide 3 - Slide

DER-Groep (de, het)
Zelfstandige naamwoorden
  • bepaalde lidwoorden: deze (dies-), welke (welch-), alle (all-), zulke (solch-), iedere (jed-), menige (manch-)
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
der
die
das
die
4e
den
die
das
die
Voorbeeld
der Mann
Ich habe für den/diesen Mann das Buch gekauft

Slide 4 - Slide

EIN-Groep (een + bezittelijke vnw.)
Zelfstandige naamwoorden
  • onbepaalde lidwoorden: geen (kein-), mijn (mein-), jouw (dein-),      zijn (sein-), haar (ihr-), ons (unser-), jullie (euer-), hun (ihr-), uw (Ihr-)
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1e
ein
eine
ein
keine
4e
einen
eine
ein
keine
Voorbeeld
ein Freund
Du hast gegen einen/seinen Freund gespielt.

Slide 5 - Slide

Stappenplan
  • Zoek          voorzetsel 

  • Bepaal         persoonlijk voornaamwoord of zelfstandig naamwoord 

  • Zelfstandig naamwoord          bepaal der/ein-groep                                                                                              bepaal geslacht znw (m/v/o/mv)
Voorbeeld
Ohne ihn kann sie nicht leben.

Er kümmert sich um diesen Hund

Ich habe gegen meinem Sohn: 'nein' gesagt.

Slide 6 - Slide

Sleep juiste vertaling naar de voorzetsels.
voor
zonder
tegen
om
door
tot
durch
ohne
um
bis
gegen
für

Slide 7 - Drag question

Sleep juiste vertaling naar de persoonlijke vnw.
ik, mij
jij, jou
hij, hem
zij, haar
wij, ons
jullie
zij, hen/hun
u
het
uns
dich
sie
euch
ihn
mich
Sie
sie
ich
du
er
ihr
wir
es

Slide 8 - Drag question

Zet het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval:
für _____ (jou)

Slide 9 - Open question

Zet het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval:
Er kümmert sich um ______ (ons)

Slide 10 - Open question

Vertaal voorzetsel & zet het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval:
Er spielt morgen ___________ (tegen jullie)

Slide 11 - Open question

Sleep juiste vervoeging in de tabel.
m
v
o
mv
1e
4e
1
2
3
4
5
6
7
8
das
den
die
das
der
die
die
die
ein
einen
ein
eine
ein
eine
keine
keine

Slide 12 - Drag question

Vervoeg lidwoord in 4e naamval:
Durch ____ (deze vriend) habe ich eine gute Note bekommen

Slide 13 - Open question

Vervoeg lidwoord in 4e naamval:
Ich kümmere mich um ____ (mijn zus)

Slide 14 - Open question


Lesdoel
  • Je kent de vertaling van de voorzetsels van de 4e naamval.
  • Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden en zelfstandige naamwoorden bij de der/ein-groep in de 4e naamval vervoegen.


😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll